21/09/2020

Advies - Besluit organisatie onbevaarbare waterlopen

waterloop-2
Terug naar artikeloverzicht

De Minaraad en SALV adviseerden over het besluit betreffende de onbevaarbare waterlopen. Beide raden steunen de grote lijnen van dit besluit, omdat hiermee belangrijke stappen worden gezet inzake digitalisering (de digitale atlas), éénvormigheid en praktische werkbaarheid (publieke grachten, procedures, algemeen reglement). De raden dringen dan ook aan op voldoende snelheid bij de uitvoering ervan.

Toch zijn er een aantal verbetervoorstellen. De raden vragen om – zoals was aangekondigd - de wet op de onbevaarbare waterlopen te integreren in het waterwetboek. Ze bevelen aan om de recreatiedruk (door kano’s, kajaks, vlotten, …) en de effecten ervan op de omgeving, systematisch in beeld te brengen. Ze vragen garanties voor onderbouwde, gebiedsgerichte beslissingen over bevaarbaarheid, op basis van overlegprocessen in de bekkens. Ze adviseren om de beslissingen over bevaarbaarheid om te zetten in heldere kaarten. 

De raden vragen om de toestemming om beplantingen op de oevers uit te voeren, waar mogelijk te integreren in de beslissing over het beheerplan (natuur, erfgoed). Ze herhalen de vraag om prioritair werk te maken van milieukwantiteitsdoelstellingen, om de toetsing aan de begrippen “ongewenste verdroging” of “versnelde afvoer” te objectiveren. Ze vragen verder om de kennisgeving, motiveringsplicht en beroepsprocedures in enkele artikels te verduidelijken.

De raden gaan uitgebreid in op de voorgestelde regeling rond onttrekkingen. Met dit besluit wordt een belangrijke stap vooruit gezet inzake kennisverwerking. Het is cruciaal dat dit leidt tot een verbeterde onderbouwing van het proactieve én het reactieve beleid inzake captaties. De raden vragen om te zorgen voor een performant (digitaal) systeem en een goede opvolging door de waterbeheerders. Ze stellen vast dat de uitwerking van het reactief beleid versnipperd gebeurt en vragen daarom een evaluatie van het gehele reactieve beleid in 2022.

De raadspartijen zijn verdeeld over de vraag wie welke bevoegdheden dient te krijgen in het reactieve beleid en over de vraag of er ook een voorafgaande toestemming noodzakelijk is als instrument in het proactieve beleid.

De raden vragen om enkele gevallen toe te voegen aan de uitzonderingsregelingen en om de effecten van de uitzonderingen te monitoren. Ze vragen om de voorziene BBT studie(s) en de code(s) van goede praktijk in overleg op te stellen en om in afwachting daarvan de bestaande praktijk verder te zetten. Tenslotte vragen ze verduidelijkingen over de verplichtingen van bestaande vergunninghouders en de regels voor aangesloten stilstaande wateren.

 

Klik hier voor het advies

 

 

Bron: Minaraad, Vlaamse Overheid