Samen met de SARO bracht de Minaraad advies uit over het besluit tot de erkenning en subsidiëring van omgevingsverenigingen.
De Raden vinden het positief dat met het besluit invulling wordt gegeven aan de procedures en modaliteiten inzake de erkenning en subsidiëring zoals voorzien in het decreet tot ondersteuning van omgevingsverenigingen en omgevingsprojecten. Het besluit draagt aldus bij aan het doel van dit decreet, met name de ondersteuning van omgevingsverenigingen die een structurele werking ontplooien, bestendigen en professionaliseren en hiermee een betekenisvolle bijdrage leveren aan het bevorderen van de omgevingskwaliteit en de realisatie van omgevingsdoelstellingen.
De Raden formuleren daarbij strategische bemerkingen. Zo kunnen ze de keuze voor de oprichting van twee erkenningscommissies principieel ondersteunen, maar vragen te verduidelijken waarom de beoordeling van regionale omgevingsverenigingen een andere expertise zou vereisen dan de beoordeling van de andere categorieën. Bovendien merken de Raden op dat de werking met twee commissies – door de kwalitatieve beoordeling van de werking – mogelijk kan leiden tot verschillen in de beoordeling.
Bij deze vooropgestelde kwalitatieve beoordeling van de werking van de omgevingsverenigingen laat de ruime formulering van de subcriteria heel wat ruimte voor interpretatie / invulling door de erkenningscommissie. De Raden achten het daarom wenselijk om deze criteria verder te concretiseren. Het is daarnaast onduidelijk hoe de verschillende (sub)criteria ten opzichte van elkaar afgewogen zullen worden, hoe de kwalitatieve beoordeling van de kwaliteit van de werking vertaald zal worden in een kwantitatieve score, en op basis van welke criteria een eventuele verhoging / verlaging van de subsidie zal worden toegekend.
In hun advies over het decreet spraken de Raden zich positief uit over het feit dat een decretale basis werd gelegd voor de toekomstige erkenning en ondersteuning van een ruime en divers scala aan omgevingsverenigingen. Het besluit leidt er evenwel mogelijk toe dat er rond bepaalde thematieken in het geheel geen of weinig subsidies worden verstrekt, of dat bepaalde doelgroepen niet of minder worden aangesproken.
Afsluitend ondersteunen de Raden de krachtlijn inzake administratieve lastenverlaging voor de omgevingsverenigingen. De Raden achten het evenwel wenselijk om de verhouding tussen planlast versus basissubsidiebedrag voor alle categorieën van omgevingsverenigingen beter in evenwicht te brengen.
Bron: Minaraad, Vlaamse overheid