Vlaams minister Hilde Crevits en haar collega minister Eckhard Uhlenberg van Noordrijn-Westfalen willen samenwerken in de strijd tegen de verontreiniging door fijn stof. Beide regio's vertonen opvallende gelijkenissen: veel industrie, transport, landbouw en een hoge bevolkingsdichtheid. Bovendien is ongeveer 6% van het diffuus fijn stof in Vlaanderen afkomstig uit het Ruhrgebied. Eind 2008 willen beide ministers een gemeenschappelijk werkprogramma onderschrijven. Dit kadert binnen de Internationale samenwerkingsovereenkomst die in 1991 door toenmalige ministers Gaston Geens en Johannes Rau werd afgesloten.
Ministers Crevits en Uhlenberg ontmoetten elkaar tijdens de tweejaarlijkse milieutop van de Europese Regio's in Zaragoza. Het objectief van deze bijeenkomst is een nauwere samenwerking tussen de Europese regio's op het vlak van milieu.
Afgesproken werd om de fijn stof en hotspot plannen uit te wisselen met het oog op een efficinte afstemming. Een intensere samenwerking kan vruchtbaar zijn om acties bij smogpieken te stroomlijnen. De technische kennis over de aanpak van punctuele bronnen van fijn stof, zoals bedrijven, zal uitgewisseld worden. Ook de wederzijdse aanpak van de diffuse bronnen, zoals de uitstoot van verkeer, zal onder de loep genomen worden. Beide regio's werkten in dit verband al specifieke acties uit. Noordrijn-Westfalen heeft onlangs Umweltzones ingevoerd, zoals in Keulen, waarbij auto's op basis van hun milieuvriendelijkheid al dan niet worden toegelaten in wijken met fijn stof. In Vlaanderen bestaat het stratenmodel CAR waarmee steden en gemeenten de fijnstofbelasting in zgn. streetcanyons (smalle straten met hoge bebouwing) kunnen beheersen. Op basis van de resultaten kunnen aangepaste mobiliteitsmaatregelen genomen worden zoals het beperken van het verkeer in zwaar belaste wijken.
In het najaar ondertekenen de beide regio's een gezamenlijke actieprogramma.
Bron : Persmededeling van het kabinet van Minister Hilde Crevits