12/01/2018

800.000 euro subsidie voor 'Proefcentrum voor de Sierteelt' om aparte afdeling uit te bouwen rond groen in de stad

Back to article overview

Hoe we het ook draaien of keren: onze levenskwaliteit in stads- of dorpskernen is onlosmakelijk verbonden met het daar aanwezige groen. Dergelijke groenvoorzieningen bieden tal van voordelen: betere infiltratie regenwater, meer biodiversiteit, positieve invloed op gezondheid, meer verkoeling (terugdringen hitte-eiland-effect), … Bovendien moeten we groenvoorzieningen beschouwen als een netwerk dat elkaar kan versterken. Hoe meer groenvoorzieningen, hoe groter de effectiviteit van de voordelen (ecosysteemdiensten) die het oplevert.

In Vlaanderen streven we in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen naar een hoger ruimtelijk rendement. Meer activiteiten moeten op een kleinere oppervlakte plaatsvinden, zonder dat we inboeten op de levenskwaliteit.  Met andere woorden, we zullen nu al aan de slag moeten gaan met het dooraderen van onze stads- en dorpskernen met groenvoorzieningen. Ik heb dan ook een groennorm laten opnemen in het witboek BRV. Het principe is dat bij elke nieuwe ontwikkeling verplicht een aandeel groen zal moeten worden gerealiseerd. Dit zal verder verfijnd en geconcretiseerd worden in het definitieve BRV.

Het theoretisch inzicht en de kennis rond groenvoorzieningen zijn reeds voorhanden. Het is nu, meer dan ooit, een uitdaging om samen de handen uit de mouwen te steken voor meer groen in de stad.

Op 28 september 2017 organiseerde ik een ronde tafel met verschillende actoren, waaronder Velt vzw, om te kijken hoe we meer groen in de stad kunnen realiseren. Een van de conclusies is dat er reeds veel kennis voorhanden is, maar dat deze sterk versnipperd en verspreid is over verschillende stakeholders. Bovendien is er nood aan een lange termijnvisie over de aanleg van groenvoorzieningen. Men was het er ook over eens dat sensibilisering alleen niet volstaat voor meer groen in de stad. Er is meer nood aan demoprojecten die aantonen hoe je concreet aan de slag kan gaan en vormgeving voor bijvoorbeeld architecten om meer feeling te krijgen met de praktische kant van de aanleg van groenvoorzieningen.

Een kwaliteitsvolle aanleg van groenvoorziening levert een return-on-investment op: niet enkel omwille van de ecosysteemdiensten maar ook omwille van minder onderhoudskosten en minder gebruik van pesticiden.

Om die redenen ben ik opzoek gegaan naar een geschikte organisatie om alles omtrent de praktische uitrol rond groenvoorzieningen te coördineren. Het Proefcentrum voor de Sierteelt (PCS) was al langer vragende partij om een volwaardige afdeling uit te bouwen omtrent groenvoorzieningen (dit bleek nogmaals uit de ronde tafel). Het doet praktijkgericht onderzoek en heeft reeds ervaring met het organiseren van demoprojecten en vormgeving. Zo heeft het PCS ook ervaring met burgerparticipatie. Burgers vinden het steeds belangrijker om betrokken te worden bij de aanleg van groen in hun omgeving (ook Velt kon dit beamen tijdens de ronde tafel). Ik heb dan ook besloten om €800.000 euro (jaarlijks €160.000 gedurende 5 jaar) te voorzien voor de uitbouw van die afdeling. Op die manier kan gewerkt worden aan een lange termijnvisie, maar ook aan het stimuleren van concrete realisaties van meer groen in de stad.

Daarnaast zijn er heel wat overheidsinitiatieven voorhanden om aan de slag te gaan met groenvoorzieningen in je buurt: Natuur in je buurt, interreg-project 2BConnect, Lief-project Grey4Green, Groen in de Bouw, Pimp-je-speelplaats. Die zullen verder blijven bestaan.

 

Bron: Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams minister van leefmilieu, natuur en cultuur