06/07/2018

2de uitbreiding van erkend natuurreservaat E-133 “Demervallei” te Diepenbeek en Bilzen (Limburg)

Back to article overview

Op 9 mei 2018 ontving de Minaraad de adviesvraag betreffende de tweede uitbreiding van erkend natuurreservaat “Demervallei” te Diepenbeek en Bilzen. 

De Minaraad stelt dat in de Raad werd beslist om over dergelijke dossiers geen advies uit te brengen, in lijn met het unaniem advies van de Minaraad 2012|77 van 25 oktober 2012, naar aanleiding van de evaluatie van de instrumenten van natuur- en bosbeleid in functie van instandhoudingsdoelstellingen (par. 49, alinea 2). 

De partners in de Minaraad wensen hierbij evenwel volgende bemerkingen naar voor te brengen.

Landelijk Vlaanderen

Landelijk Vlaanderen stelt dat door het wijzigingsdecreet van 2014 er bij alle nieuwe erkenningen van reservaten of uitbreidingen sinds 2014 geen visiegebieden nog kunnen afgebakend worden en geen uitbreidingszones met voorkooprecht nog kunnen bepaald worden en dus ook niet voor dit reservaat. 

Landelijk Vlaanderen wijst op het feit dat het wijzigingsdecreet van 2014 in artikel 106 §2 tweede lid bepaalt dat in de drie jaar na de inwerkingtreding van artikel 88 de uitbreidingszones van bestaande erkende reservaten herafgebakend moeten worden en zo vastgesteld zijn door de VR.  Artikel 106 is in werking getreden in 2014 en die bevestiging moest dan in 2017 van kracht zijn. Door de afwezigheid ervan zijn de geldigheid van de uitbreidingszone en de rechtsgevolgen ervan voor dit reservaat niet bevestigd.

Boerenbond

Boerenbond stelt dat in het kader van het gewijzigde Natuurdecreet geen nieuwe uitbreidingszones en visiegebieden of uitbreidingen aan bestaande uitbreidingszones en visiegebieden meer kunnen goedgekeurd worden.

Natuurpunt

Natuurpunt stelt dat deze behandelde aanvraag tot erkenning als natuurreservaat werd ingediend volgens de wetgeving van het 'Natuurdecreet' (1997). Het dossier dient dan ook volgens die wetgeving afgehandeld te worden.

Er worden een aantal percelen niet weerhouden tot erkenning als natuurreservaat (namelijk 611Y10 zuidelijk deel, 611S, 611G2, 611H2 en I222B). Deze percelen maken deel uit van de erfpachtovereenkomst met de gemeente Diepenbeek. Voor deze percelen werd momenteel een gebruiksovereenkomst afgesloten, die het beheer afstemmen op de gestelde doelstellingen, zoals opgenomen in het dossier en de stapelplaatsen worden afgebouwd.

De aanwezigheid van een schuilhut lijkt voor Natuurpunt geen probleem, over het stapelen van hout en hooi werden er afspraken gemaakt met deze gebruikers.

Hubertus Vereniging Vlaanderen

Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) wenst op te merken dat onvoldoende/geen aandacht wordt geschonken aan het afstemmen van het beheer in het natuurreservaat en de omliggende beheervormen. Jacht is daar één vorm van. Bijna alle Wildbeheereenheden (WBE’s) in Vlaanderen maakten een Uitgebreid Wildbeheerplan (UWBP) op (nu een faunabeheerplan), waarin monitoring en doordachte analyse een evenwichtig beheer onderbouwen. Elk van deze plannen werd erkend door de overheid en is ter beschikking bij de WBE en de provinciale afdelingen van het ANB. In het voorliggende uitbreidingsdossier wordt geen aandacht geschonken aan dit beheerplan, waardoor men een deel van de cruciale informatie voor een evenwichtig beheer in het reservaat, maar zeker ook naar de interactie met de omgeving mist. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de monitoring van de faunasoorten, wetende dat de percelen reeds jaren bejaagd worden.

Daarnaast vestigt de HVV de aandacht op weren van jacht als vorm van recreatief medegebruik, alsook op het weren van bestrijding. Dit impliceert automatisch dat veroorzaakte wildschade van soorten die afkomstig zijn uit dit gebied dient vergoed te worden door het Fonds voor Preventie en Sanering inzake Leefmilieu en Natuur. Met andere woorden, zullen maatschappelijke financiële middelen moeten ingeschakeld worden, omdat de eigenaar/beheerder van dit gebied geen inspanningen doet. Dit staat in schril contrast met de steeds krappere begrotingsbudgetten voor natuur. Conform de criteria ‘duurzame jacht’ (INBO.R.2007.22), is het beperken en voorkomen van wildschade een taak die weggelegd is voor de jager. Zij voeren hun beheer kosteloos uit en worden automatisch verantwoordelijk voor de eventuele wildschade die nog zou ontstaan. HVV pleit in deze dan ook voor het toestaan van jacht als recreatief medegebruik dat enerzijds het totaalbeheer van de fauna in de regio bevordert, maar bovenal maatschappelijke middelen vrijmaakt dat voor andere en betere doeleinden binnen de natuur kunnen aangewend worden.

Tot slot wijst HVV er nog op dat het niet opnemen van een ontheffing om jacht of bestrijding  mogelijk te maken (onder welke vorm dan ook) het voor deze gebieden expliciet onmogelijk maakt om de problematiek van het everzwijn op een duurzame en efficiënte wijze aan te pakken. Everzwijn komt in de ruime omgeving van dit gebied reeds regelmatig voor (inclusief vestiging van populatie), waardoor kan gesteld worden dat het niet proactief opnemen van dergelijke ontheffing, aangeeft dat de beheerder van het natuurreservaat geen invulling wenst te geven aan de reeds twee jaar verkregen consensus in de faunabeheerzone 9.

2de uitbreiding van erkend natuurreservaat E-133 “Demervallei” te Diepenbeek en Bilzen (Limburg)

 

Bron: Minaraad, Vlaamse Overheid