06/16/2015 - 00:00

Voortgangsverslag hernieuwbare energie

Back to article overview

De Europese Commissie heeft haar voortgangsverslag over de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 gepubliceerd en daaruit blijkt dat de EU op schema ligt om haar streefcijfer van 20 % hernieuwbare energie te halen. Het aandeel hernieuwbare energie in het bruto-eindverbruik van alle soorten energie wordt voor 2014 op 15,3 % geraamd. De EU en de overgrote meerderheid van de lidstaten maken dus goede vorderingen: verwacht wordt dat 25 lidstaten hun nationale streefcijfers voor 2013/2014 halen.

De Europese Commissie heeft deze resultaten bekendgemaakt in haar verslag over de vooruitgang die is geboekt om uiterlijk in 2020 het wettelijk bindende EU-streefcijfer van 20 % voor het aandeel hernieuwbare energie, het streefcijfer van 10 % voor het gebruik van hernieuwbare energie in het vervoer, en de bindende nationale streefcijfers te bereiken.

"Uit dit verslag blijkt eens te meer dat Europa goed is in hernieuwbare energie, en dat hernieuwbare energie goed is voor Europa. We hebben drie keer meer hernieuwbare stroom per hoofd van de bevolking dan waar dan ook ter wereld. Onze hernieuwbare-energiesector is meer dan 130 miljard euro per jaar waard en verschaft meer dan 1 miljoen mensen werk. Elk jaar voeren we voor meer dan 35 miljard euro hernieuwbare energie uit", aldus Miguel Arias Cañete, commissaris voor Klimaatactie en Energie.

Met een geraamd aandeel hernieuwbare energie in het vervoer van 5,7 % in 2014 vormt het streefcijfer van 10 % een uitdaging, maar het blijft haalbaar, zoals blijkt uit de goede vorderingen in bepaalde lidstaten.

Verwacht wordt dat 25 lidstaten hun nationale streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2013/2014 halen. De streefcijfers voor 2011/2012 werden door 26 lidstaten gehaald. Aangezien de tussentijdse streefcijfers de komende jaren ambitieuzer worden, is het mogelijk dat sommige lidstaten hun inspanningen zullen moeten opvoeren om op koers te blijven, bijvoorbeeld door de mogelijkheid van mechanismen voor samenwerking met andere lidstaten te benutten.

De richtlijn hernieuwbare energie werkt

Uit het verslag blijkt dat de richtlijn hernieuwbare energie werkt: de inzet van hernieuwbare energie heeft geresulteerd in:

  • ongeveer 326 Mt bruto vermeden CO2-emisssies in 2012 en 388 Mt in 2013;
  • een vermindering van de vraag van de EU naar fossiele brandstoffen met 116 Mtoe in 2013.

Wat de zekerheid van de energievoorziening van de EU betreft:

  • de vervanging van aardgas door hernieuwbare energie was goed voor 30 % van alle vermeden gebruik van fossiele brandstoffen in 2013;
  • bijna de helft van alle lidstaten heeft zijn bruto binnenlands verbruik van aardgas met ten minste 7 % verminderd.

Bovendien wordt in het verslag geconcludeerd dat hernieuwbare energie een algemeen aanvaarde en gangbare energiebron aan het worden is en dat de streefcijfers voor 2020 tot ver buiten de Europese grenzen een belangrijke motor voor door Europa geleide mondiale investeringen in hernieuwbare energie en ondersteunend energiebeleid zijn.

Achtergrond

Met nog 5 jaar te gaan tot 2020 vormt het voortgangsverslag inzake hernieuwbare energie een tussentijdse beoordeling van de vorderingen die zijn gemaakt bij het realiseren van de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020. Elke twee jaar wordt in het kader van dit verslag de vooruitgang gemonitord die de EU en de lidstaten hebben geboekt bij het verwezenlijken van de wettelijk bindende streefcijfers van de richtlijn hernieuwbare energie, die in 2009 is vastgesteld in het raamwerk van het klimaat- en energiebeleidspakket. In het verslag worden ook de haalbaarheid van de doelstelling om in het vervoer een aandeel hernieuwbare energie van 10 % te realiseren, en de duurzaamheid van het gebruik van biobrandstoffen en vloeibare biomassa beoordeeld.

Van EU-wetgeving ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie is sprake sinds 2001, toen de eerste richtlijn betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen werd vastgesteld. Deze werd in 2003 gevolgd door de richtlijn betreffende het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer.

Nadere informatie

Factsheet – Voortgangsverslag hernieuwbare energie

Voortgangsverslag hernieuwbare energie 2015

EU-beleid inzake hernieuwbare energie en vorige verslagen:

 

Bijlage

Overzicht van de vooruitgang van de lidstaten in de richting van de streefcijfers voor 2020 in % energie uit hernieuwbare bronnen (HEB)

  HEB- aandeel
in 2012
HEB- aandeel in
2011/2012

(gemiddeld)  
HEB-traject
2011/2012
HEB- aandeel
in 2013
HEB-traject
2013/2014
HEB- streefcijfer
voor 2020
België 7,4 6,8 4,4 7,9 5,4 13,0
Bulgarije 16,0 15,1 10,7 19,0 11,4 16,0
Tsjechië 11,4 10,5 7,5 12,4 8,2 13,0
Denemarken 25,6 24,5 19,6 27,2 20,9 30,0
Duitsland 12,1 11,7 8,2 12,4 9,5 18,0
Estland 25,8 25,7 19,4 25,6 20,1 25,0
Ierland 7,3 7,0 5,7 7,8 7,0 16,0
Griekenland 13,4 12,1 9,1 15,0 10,2 18,0
Spanje 14,3 13,8 11,0 15,4 12,1 20,0
Frankrijk 13,6 12,4 12,8 14,2 14,1 23,0
Kroatië 16,8 16,1 14,1 18,0 14,8 20,0
Italië 15,4 13,8 7,6 16,7 8,7 17,0
Cyprus 6,8 6,4 4,9 8,1 5,9 13,0
Letland 35,8 34,7 34,1 37,1 34,8 40,0
Litouwen 21,7 21,0 16,6 23,0 17,4 23,0
Luxemburg 3,1 3,0 3,6 3,6 3,9 11,0
Hongarije 9,5 9,3 6,0 9,8 6,9 13,0
Malta 2,7 2,0 2,0 3,8 3,0 10,0
Nederland 4,5 4,4 4,7 4,5 5,9 14,0
Oostenrijk 32,1 31,5 25,4 32,6 26,5 34,0
Polen 10,9 10,6 8,8 11,3 9,5 15,0
Portugal 25,0 24,8 22,6 25,7 23,7 31,0
Roemenië 22,8 22,1 19,0 23,9 19,7 24,0
Slovenië 20,2 19,8 17,8 21,5 18,7 25,0
Slowakije 10,4 10,3 8,2 9,8 8,9 14,0
Finland 34,5 33,7 30,4 36,8 31,4 38,0
Zweden 51,1 50,0 41,6 52,1 42,6 49,0
Verenigd Koninkrijk 4,2 4,0 4,0 5,1 5,4 15,0
Europese Unie 14,3 13,6 n.v.t. 15,0 n.v.t. 20,0

Bron: Eurostat voor 2012, 2013.

Bron : Persbericht © Europese Unie, 1995-2015