09/01/2015 - 00:00

Verkenning optimale inzet biomassa in industriele energievoorziening

Back to article overview

Door de hoge gasprijzen worden veel gasgestookte warmtekrachtcentrales (WKC’s) in de Nederlandse procesindustrie afgeschakeld en deels vervangen door biomassagestookte (pellet) stoomboilers. Het vervangen van gasgestookte WKC’s kent echter ook risico’s voor de procesindustrie en voor de maatschappij. CE Delft heeft voor COGEN Nederland op een rijtje gezet wat  de optimale inzet is van biomassa voor industriële energievoorziening. De algemene conclusie uit deze (beknopte) studie is dat het combineren van een cycloonoven of een vergasser op de afgassenketel van een gasgestookte WKC maatschappelijke en economisch beter scoren dan vervanging door een pelletboiler, die de-facto de huidige standaard in de marktontwikkeling is. Omdat de bestaande gasgestookte WKC behouden blijft en een cycloonoven ook met gas kan worden gestookt is bovendien de brandstofflexibiliteit veel groter en ontstaat geen lock in, waarbij de exploitant bij lage gasprijzen of problematische beschikbaarheid van biomassa alleen maar biomassa kan stoken.

Daarnaast blijft bij behoud van de gasturbine, de mogelijkheid bestaan om elektriciteit in pieklast te produceren. Er dient echter bij te worden opgemerkt dat de technische rijpheid van deze twee meer innovatieve opties minder is dan die van  een pelletboiler die als installatie al technisch bewezen is.

De hele scenario-studie met de verschillende varianten kan u hier downloaden.

Bron : CE Delft