![](/sites/emis/files/styles/article_full/public/articles/1125/2013/SustainableDevelopment.jpg?itok=mprvnumn)
Het Federaal Rapport inzake duurzame ontwikkeling 2015 onderzoekt twee transitiescenario’s naar een België in duurzame ontwikkeling in 2050. Ondanks enige vooruitgang sinds 1992, volstaan de huidige evoluties slechts zelden om de door de overheid bepaalde doelstellingen te realiseren. Die twee scenario’s tonen de impuls die consumenten en producenten samen met de overheid kunnen geven om de doelstellingen van duurzame ontwikkeling te bereiken in 2050.
- Ondanks enige vooruitgang leiden de huidige evoluties niet tot een duurzame ontwikkeling in 2050.
- Twee scenario’s geven voorbeelden van transitie naar een duurzame ontwikkeling in 2050.
- 2015 is een scharnierjaar om een hernieuwd elan te geven aan het project van duurzame ontwikkeling in België.
De huidige evoluties leiden niet tot een duurzame ontwikkeling
Twee transitiescenario’s voor een duurzame ontwikkeling in 2050
- In de twee scenario’s vermindert de energieconsumptie met de helft tussen 2012 en 2050 en het aandeel hernieuwbare energiebronnen verhoogt tot twee derde. De broeikasemissies verminderen met 80% tegenover 1990. In 2050 staat het collectief transport in voor de helft van het personenvervoer.
- In SET-Consumption kunnen de consumenten door gebruik te maken van informatietechnologie hun activiteiten beter op elkaar afstemmen, zoals hun vraag naar transport. Het transportaanbod wordt dan op een efficiëntere wijze georganiseerd, met bijvoorbeeld een minibus op vraag.
- In SET-Production maken de compactere bebouwing en de verdere concentratie van economische activiteiten het collectief transport efficiënter.
- In de twee scenario’s heeft iedereen in 2050 toegang tot een veilige, gezonde en voedzame voeding. De voedselconsumptie moet niet enkel de voedingsaanbevelingen volgen (bv. dagelijks 75 g vlees en 600 g fruit en groenten), maar ook de milieu-impact minimaliseren.
- In SET-Consumption, vinden de consumenten opnieuw aansluiting bij hun voedselbron (bv. landbouw- en consumentencoöperatieven) en spelen ze een actieve rol in de bereiding van hun maaltijden, ook om voedselverspilling te beperken.
- In SET-Production, stelt de agrovoedingsindustrie maaltijden voor die een evenwichtig voedingspatroon eerbiedigen, die « intelligent » verpakt zijn en die voedselverspilling beperken. De hele voedselketen werkt volgens de principes van de kringloopeconomie.
2015 is een scharnierjaar om het project voor een duurzame ontwikkeling nieuw leven in te blazen
- Vlaamse strategie voor duurzame ontwikkeling
- Waalse strategie voor duurzame ontwikkeling
- Gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling
Aanbevelingen
- Het bepalen van tussentijdse doelstellingen die zoveel mogelijk becijferd zijn, om de beleidsmaatregelen te leiden en evalueren, zowel tegen de einddatum van het Federaal plan inzake duurzame ontwikkeling (2019) als op middellange termijn, bijvoorbeeld 2030. Die doelstellingen moeten voldoende ambitieus zijn om zich in te schrijven in een traject om de langetermijnvisie te realiseren.
- Het versterken van de rol van de impactanalyse m.b.t. de regelgeving (evaluatie van de potentiële impact van het ontwerpen van regelgeving op sociaal, milieu- en economisch gebied en op de overheid) door die meer in het begin bij de voorbereiding van de beslissingen toe te passen. Er dient ook meer rekening gehouden te worden met de conclusies van deze evaluaties.
- Het gebruik van de gegevensbank van duurzame ontwikkelingsindicatoren (www.indicators.be) om coherentie tot stand te brengen tussen deze indicatoren en de lijsten met aanvullende indicatoren naast het bbp en met opvolgingsindicatoren van de langetermijnvisie.
- Het doorvoeren van een fiscale hervorming die taksen bevat die de externe sociale en milieukosten internaliseren. Die taksen kunnen een bestanddeel zijn van een verschuiving van de fiscale druk op arbeid naar andere belastingsgrondslagen. Tijdens een dergelijke hervorming moet er rekening gehouden worden met de impact van de gehele fiscaliteit op de herverdeling van de inkomsten en de publieke ontvangsten. Zo kan bijvoorbeeld de regressieve impact van de invoering van milieutaksen gecompenseerd worden door de aanpassing van andere heffingen.
De Task force duurzame ontwikkeling voert de opdrachten uit die de wet van 5 mei 1997 betreffende de coërdinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling heeft toevertrouwd aan het Federaal Planbureau.
Download het Federaal rapport inzake duurzame ontwikkeling 2015 : "Onze consumptie en productie houdbaar maken" [PDF - 3.14 Mb]
Bron : Federaal Planbureau