Op voorstel van de Vlaamse ministers Muyters, Crevits en Schauvliege keurde de Vlaamse Regering vandaag het decreet over complexe projecten een eerste keer principieel goed. Dat moet toelaten de realisatie van bouwprojecten van groot maatschappelijk en ruimtelijk strategisch belang te versnellen, zoals bv. de realisatie van een nieuwe stationsomgeving in de stad. Voor dergelijke projecten zijn er vaak meerdere vergunningen en ruimtelijke planprocessen nodig. Door de nieuwe aanpak kunnen de verschillende stappen, die nu na elkaar gebeuren, parallel en zelfs geïntegreerd verlopen. Zo willen we maanden tot soms jaren tijd winnen en belangrijke investeringsprojecten sneller uitvoeren.
Grondig vooroverleg
Complexe projecten, zoas een stationsomgeving, vragen om overleg met heel wat betrokken partners. Niet vaak zitten de NMBS, de Lijn, de wegbeheerder en de stad of gemeente rond de tafel met de bevoegde ruimtelijke ordenings- en milieuadministraties. Ook gebruikers, werknemers en veelal belangenverenigingen willen hun zeg in het geplande project. Een degelijk overleg tussen al deze partijen om tot een gedragen project te komen is geen sinecure en vraagt tijd. De nieuwe procedure legt het zwaartepunt op een grondig vooroverleg tussen de belangrijkste projectpartners. Door hun aandachtspunten van bij het begin mee op te nemen in het projectvoorstel, moeten mogelijke knelpunten vroeger aan het licht komen en kan het verdere traject vlotter verlopen.
Adviesinstanties nauwer betrekken
Ook adviesinstanties kunnen van bij het begin worden betrokken, ofwel als deel van het projectteam dat het proces begeleidt, ofwel via informele en formele consultatie. Om hen te betrekken wordt een adviesvergadering georganiseerd vooraleer met een tussentijds besluit richting te geven aan de uitwerking van – bijvoorbeeld - de stationsomgeving. Op basis hiervan kan het project worden bijgesteld, of kunnen flankerende maatregelen worden voorzien. Op die manier wordt het mogelijk om een projectvoorstel voor te leggen, waarover de betrokken administraties al gehoord werden en dat van bij het begin voldoet aan en rekening houdt met de relevante regelgeving.
De nieuwe procesaanpak betrekt ook de burger bij complexe projecten, zowel formeel als informeel. Die aanpak moet als voordeel hebben dat een projectvoorstel voor bijvoorbeeld een stationsomgeving breder gedragen wordt en dat men minder vaak in beroep gaat tegen de uiteindelijke beslissing. Dat betekent opnieuw minder tijdverlies.
Bestemmingswijziging en vergunningsverlening in één stap
Het decreet regelt de noodzakelijke bestemmingswijzigingen én de benodigde vergunningen in één besluit. Deze vereenvoudiging houdt tegelijk een versnelling in. Het komt vandaag bij complexe projecten geregeld voor dat de vergunningsaanvraag niet volledig overeenstemt met het ruimtelijk uitvoeringsplan. Dan zijn tijdrovende procedures nodig om toch nog met het project verder te kunnen. De nieuwe procesaanpak doet het bestemmingsplan en het te vergunnen project tot in detail op elkaar aansluiten. Het vermijdt ook dat eerder vastgelegde of goedgekeurde plannen, die het gevolg zijn van inspraak en overleg, teruggeschroefd worden.
Bovendien voorziet het decreet over complexe projecten een bundeling van alle nodige vergunningen, toestemmingen en machtigingen. De initiatiefnemer moet slechts één dossier uitwerken. Gegevens, plannen en documenten moeten nog maar één keer overgemaakt worden.
De afzonderlijke procedures en beslissingen van verschillende overheden, denk aan adviesvragen, openbare onderzoeken, beroepsprocedures, enz. – worden dus geïntegreerd en gestroomlijnd in één procedure.
Betwisting op basis van vormvereisten voorkomen
Het decreet complexe projecten bevat aangepaste procesvereisten ten opzichte van de huidige wetgeving. Omdat er minder vormelijke procedures in het decreet zitten, kan een bouwproject op een meer flexibele manier en meer “op maat” worden gerealiseerd. Met andere woorden: de kans op procedurefouten verkleint.
Het proces voor een complex project wordt wél in detail omschreven in de zgn. “routeplanner”, een vrijblijvende praktische leidraad voor initiatiefnemers van een complex project.
Het te doorlopen proces voor complexe projecten wordt dus eenvoudiger. De inhoudelijke beoordeling blijft dezelfde als die voor andere projecten. Deze inhoudelijke beoordeling is immers ingegeven door bestaande regelgeving. Die passen we niet aan, zodat we ook voor deze projecten op een juridisch correcte en gelijkwaardige basis kunnen werken.
Eén overheid bevoegd en verantwoordelijk
Dit decreet stelt dat een complex project valt onder de bevoegdheid van één welbepaalde overheid. Dit kan de Vlaamse Regering, een provincieraad of een gemeenteraad zijn. De aanwijzing van de uniek bevoegde overheid moet al vroeg in de procedure geregeld worden. Zo is van meet af aan duidelijk wie er aangesproken moet worden met vragen of bekommernissen.
Het concentreren van de beslissingen bij één enkele overheid vermindert de administratieve rompslomp. Eens de bevoegde overheid is aangeduid, is die verantwoordelijk voor het verdere verloop tot aan de eindbeslissing. Het resultaat is een serieuze tijdswinst omdat goedkeuringen heen en weer op verschillende beleidsniveaus wegvallen.
Bron : Bericht Joke Schauvlieghe, Vlaams Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur