Om de steden af te koelen, moeten stadsplanners hogere gebouwen afwisselen met veel tussenruimte, in plaats van de huidige aaneengesloten lage bebouwing te laten bestaan. Dat blijkt uit onderzoek van de UGent en VITO.
Hitte-eiland
Op warme dagen is het puffen in de Vlaamse steden: het is er gemiddeld 3 graden warmer dan buiten de stad. Steden worden dan ook beschouwd als hitte-eilanden: beton en asfalt absorberen de hitte, die in de stad moeilijk weg kan door de compacte bebouwing. En met de verwachte temperatuurstijgingen in de komende jaren zou het in de stad wel eens onaangenaam heet kunnen worden.
Daar zouden stadsplanners beter nu al op inspelen, meent onderzoekster Marie-Leen Verdonck (Universiteit Gent).
Stedelijke klimaatmodellen
Daarom onderzocht ze verschillende klimaatzones in Antwerpen, Gent en Brussel, en bracht ze die zones onder in modellen. De bedoeling: de temperatuur in de toekomst simuleren onder verschillende scenario’s van verstedelijking en klimaatverandering. De resultaten van dit klimaatmodel moeten beleidsmakers en stadsplanners helpen om op de juiste plaats de juiste ingreep te doen om de stad af te koelen.
Hoger en opener bouwen
Vlaamse steden zijn vrij volgebouwd, met weinig ruimte tussen gebouwen. Daardoor kan de stad ’s nachts echter moeilijk afkoelen.
De onderzoekster pleit dan ook voor een geheel andere bebouwing:
Links: huidige bebouwing in Vlaamse steden. Rechts: ideale bebouwing om het hitte-eilandeffect tegen te gaan
“Op veel plaatsen in de stad zou het beter zijn om oude energie-inefficiënte gebouwen af te breken en er een geheel nieuwe bebouwing op te plaatsen, dan om te investeren in kostelijke renovaties. Enkel zo zullen we onze steden écht kunnen afkoelen tijdens langdurige hittegolven”, besluit de onderzoekster.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door de Universiteit Gent, in samenwerking met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Het onderzoek kadert in het UrbanEARS project, dat gefinancieerd wordt door Belspo.
Info
Link naar de wetenschappelijke publicatie
Marie-Leen Verdonck
Vakgroep Omgeving
M 0478 77 76 23
marieleen.verdonck@ugent.be
Bron: © 2018 Universiteit Gent