Uit een studie van UGent blijkt dat organisch-biologische afvalstoffen (OBA) besmet met mycotoxine veilig vergist kunnen worden. Dat is bovendien duurzamer dan het verbranden van de afvalstromen.
De OVAM wordt regelmatig geconfronteerd met vragen uit de afvalverwerkende sector over de verwerking van organisch-biologische afvalstoffen (OBA) die besmet zijn met mycotoxine. Aangezien er tot nu toe geen gegevens beschikbaar waren over de afbreekbaarheid van mycotoxinen tijdens het vergistingsproces, werd uit voorzorg altijd geadviseerd om de besmette stromen te verbranden.
Volgens de afvalstoffenhiërarchie is vergisting echter te verkiezen boven verbranding. Om de besmette stromen al dan niet hoogwaardiger te kunnen valoriseren voerde de UGent een studie uit naar de biodegradeerbaarheid van mycotoxinen in anaerobe vergisting.
Veilige alternatief
Uit de resultaten van de studie blijkt dat vergisting van de besmette OBA een veilig alternatief is en dat de gecontamineerde stromen geen invloed hebben op de methaanproductie. De verschillende mycotoxinen worden tijdens het vergistingsproces afgebroken. Enkel stromen besmet met de mycotoxine ergotalkaloïden (moederkoren), die voorkomt op rogge, mogen alleen verwerkt worden in thermofiele installaties (vergisting bij een temperatuur van 52-55°C) om een voldoende biodegradatie te garanderen. Voor de andere mycotoxinen volstaat een mesofiel proces (vergisting bij een temperatuur van 37-42°C).
OBA besmet met mycotoxinen kunnen dus nog nuttig ingezet worden als input in vergistingsinstallaties op voorwaarde dat ze voldoen aan de normen van het VLAREMA (het Vlaams Reglement voor het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen). Verbranding zal niet meer als verwerkingsmethode worden opgelegd door de OVAM. Door het inzetten van OBA in vergisting krijgen de afvalstoffen een nuttige toepassing en sluiten we de materiaalkringlopen.
Bron: OVAM