05/13/2014 - 12:25

In het gemeenschappelijk landbouwbeleid zou meer rekening moeten worden gehouden met de waterproblematiek, aldus EU-controleurs

Back to article overview
Uit een vandaag door de Europese Rekenkamer (ERK) gepubliceerd verslag blijkt dat de EU er slechts ten dele in is geslaagd de doelstellingen van het EU-waterbeleid te integreren in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). De controle bracht tekortkomingen aan het licht in de twee instrumenten die momenteel worden gebruikt om de waterproblematiek in het GLB te verwerken (namelijk de randvoorwaarden en plattelandsontwikkeling), en wees op vertragingen en gebreken in de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water.
 
"De landbouw is in Europa vanzelfsprekend een grote gebruiker van water – ongeveer een derde van het totale waterverbruik komt voor zijn rekening – en vormt een bron van belasting van de waterreserves, bijvoorbeeld door nutriëntenverontreiniging in water", aldus de heer Kevin Cardiff, het ERK-lid dat verantwoordelijk is voor het verslag. "Er is weliswaar vooruitgang geboekt, maar de Commissie en de lidstaten moeten waterbeleidsvraagstukken beter in het gemeenschappelijk landbouwbeleid integreren om op lange termijn duurzaam waterverbruik te garanderen.
 
Het GLB vertegenwoordigt iets minder dan 40 % van de EU-begroting (ruim 50 miljard euro voor 2014). Door middel van het GLB tracht de EU landbouwpraktijken te beïnvloeden die impact hebben op water.
 
De EU-controleurs onderzochten of de EU-waterbeleidsdoelstellingen naar behoren en doeltreffend tot uitdrukking komen in het GLB, op zowel strategisch als uitvoerend niveau. Dit werd gedaan door middel van een analyse van de twee instrumenten die worden gebruikt om de EU-waterbeleidsdoelstellingen te integreren in het GLB: de randvoorwaarden, een mechanisme waarbij bepaalde GLB-betalingen worden gekoppeld aan specifieke milieuvereisten, en het fonds voor plattelandsontwikkeling, dat voorziet in financiële prikkels voor acties die verder gaan dan de verplichte wetgeving ter verbetering van de waterkwaliteit.
 
De EU-controleurs constateerden dat de randvoorwaarden en de financiering van plattelandsontwikkeling tot dusverre een positieve impact hebben gehad wat betreft het ondersteunen van de beleidsdoelstellingen inzake verbetering van de waterkwantiteit en -kwaliteit, maar dat deze instrumenten hun beperkingen hebben waar het gaat om de voor het GLB bepaalde beleidsdoelstellingen en de nog ambitieuzere doelen die in de GLB-verordeningen voor de periode 2014-2020 zijn gesteld.
 
De controleurs concludeerden tevens dat er onvoldoende kennis is op het niveau van de EU-instellingen en in de lidstaten van de vormen van belasting die landbouwactiviteiten opleveren voor water, en van de wijze waarop deze vormen van belasting zich ontwikkelen.
 
"De lidstaten moeten meer doen om hun programma's voor plattelandsontwikkeling en hun acties ter bescherming van hun wateren op elkaar af te stemmen, en de vertragingen bij de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn water moeten worden aangepakt," aldus de heer Cardiff, "en hoewel de feedback die we al van de Commissie hebben gekregen, positief is, moet er nog genoeg gebeuren."
 
Dit persbericht wil slechts de kernboodschap weergeven van het door de Europese Rekenkamer vastgestelde speciaal verslag.
Het volledige verslag is te vinden op www.eca.europa.eu
 
Bron : Persbericht Europese Rekenkamer
 
_____________________
 

Extra info : 

 

Een kort video-interview met het voor het verslag verantwoordelijke lid van de ERK