Vorige week stelden Minaraad en SALV hun gezamenlijk briefadvies over het voorontwerp van decreet betreffende fiscale gunstmaatregelen in consensus vast. Dit voorontwerpdecreet voorziet vrijstellingen van erfbelasting, schenkbelasting, verkooprecht en onroerende voorheffing in het kader van een natuurbeheerplan.
Hiermee wordt het laatste onderdeel van het concept geïntegreerd natuurbeheer vorm gegeven. In dit kader adviseerden de Raden de voorbije jaren reeds over de wijzigingen aan het decreet natuurbehoud (2013), het uitvoeringsbesluit inzake de natuurbeheerplannen en de erkenning van reservaten (2014), de criteria geïntegreerd natuurbeheer (2016) en de subsidiëring van het geïntegreerd natuurbeheer (begin 2017). Daarom wezen de Raden in dit briefadvies nogmaals op de samenhang van dit ontwerpdecreet en de hierboven vermelde adviezen over het regelgevend kader inzake het geïntegreerd natuurbeheer en vragen om de definitieve goedkeuring tegelijkertijd te laten plaatsvinden.
Het doel van deze hervormingsoperaties is het verbreden van het natuurbeheer door het stimuleren van meer doelgroepen om aan natuurbeheer te doen en om de oppervlakte onder natuurbeheer te vergroten door het introduceren van het concept “geïntegreerd natuurbeheer”. De Vlaamse Regering steunt hiervoor op drie pijlers, met name (1) administratieve vereenvoudiging, (2) een stimulerend beleid en (3) gelijke monniken, gelijke kappen. De Raden drukken in dit briefadvies dan ook hun appreciatie uit voor het feit dat wat voorligt veel eenvoudiger is dan eerdere voorstellen. Daarnaast stellen ze dat dit voorontwerp ook terecht ook een stimulans bevat naar een zo hoog mogelijk ambitieniveau door het werken met percentages van vrijstellingen (van nul tot 100% op basis van het type natuurbeheerplan).
Gelet op de hierboven vermelde doelstellingen van het geïntegreerd natuurbeheer vragen de Raden, net zoals in eerdere adviezen, om te voorzien in een evaluatie.
Als laatste vragen de Raden om de bedragen, vermeld in de bijhorende nota’s bij dit voorstel van decreet, te onderbouwen, wijzen ze op twee onduidelijkheden en vragen ze om na te gaan of de termijn die voorzien is in geval van erfenis in artikel 4, niet te kort is.
Bron: SAR Minaraad