10/28/2016 - 00:00

Erkenning van het natuurreservaat E-435 “Plateau van Duisburg” te Bertem en Huldenberg

Back to article overview

Op 2 september 2016 ontving de Minaraad de adviesvraag betreffende het natuurreservaat “Plateau van Duisburg” te Bertem en Huldeberg.

De Minaraad heeft beslist om over dergelijke dossiers geen advies uit te brengen, in lijn met het unaniem advies van de Minaraad 2012|77 van 25 oktober 2012, naar aanleiding van de evaluatie van de instrumenten van natuur- en bosbeleid in functie van instandhoudingsdoelstellingen (par. 49, alinea 2).

De Minaraad wees in bovenstaand advies op het belang van de reservaten als instrumenten, prioritair geschikt voor habitats die een gespecialiseerd en actief beheer over de langere termijn vereisen, met aan natuur verbonden publieke diensten als hoofdfunctie.

Verder brachten de partners in de Minaraad volgende opmerkingen naar voor.

Natuurpunt

Natuurpunt stelt dat de overgangsregeling naar aanleiding van het gewijzigde Natuurdecreet geen wettelijke basis heeft. De hier behandelde aanvraag tot erkenning werd bij de indiening opgemaakt in de geldende wetgeving. Het dossier dient dan ook volgens die wetgeving afgehandeld te worden.

Verder wenst Natuurpunt volgende feedback te geven op het advies van het ANB betreffende de erkenningsaanvraag.

ANB stelt dat het gebied om onderstaande redenen het statuut van erkend natuurreservaat niet verdient.

  • “Het visiegebied is geen samenhangend geheel, geen aaneengesloten netwerk”

Het visiegebied bestaat inderdaad uit verschillende natuurclusters, in de meeste gevallen betreft het kleine boskernen. De grote waarde van dit voorgestelde reservaatproject bestaat er net uit dat het deze natuurclusters wil bundelen tot een netwerk van kleine landschapselementen met een overkoepelende visie en doelstelling. Binnen een landschap waar het ruimtelijk beleid in hoofdzaak gericht is op het behoud van de landbouwfunctie is het van cruciaal belang dat er voldoende aandacht blijft voor het herstel en behoud van de aanwezige natuur-, bos-, en landschapselementen. Een versterking en behoud van (complexen van) ecologische en landschappelijke waarden verweven met landbouw is immers een centrale doelstelling voor het gebied Tersaertbos en Weeberg –Ganzemansstraat – Groeve volgens de ruimtelijke visie voor de regio Zenne-Dijle-Pajottenland.

Ook vanuit overige beleidsplannen en gebiedsvisies wordt de natuurwaarde van deze geïsoleerde natuurclusters onderkent. Om deze te versterken en de natuurwaarden op dit deel van het Brabants Plateau te ontwikkelen voorzien deze plannen in de ontwikkeling van een netwerk van clusters. Deze boskernen kunnen zo een belangrijke ecologische en landschappelijke verbindingsfunctie vervullen tussen de grote boscomplexen  van Meerdaalwoud-Heverleebos en Zonienwoud en de aangrenzende Dijlevallei. Een erkenning als natuurreservaat kan een invulling betekenen van deze beleidsvisies.

  • “De percelen waarvoor de erkenning wordt aangevraagd, zijn niet in eigendom maar worden gehuurd van OCMW en gemeente en zijn minimaal in oppervlakte (3,8ha)”

Het is inderdaad correct dat de percelen die ter erkenning worden voorgedragen gehuurd worden. Volgens het erkenningsbesluit kunnen gehuurde percelen, net zoals percelen in eigendom, in aanmerking komen voor een erkenning. Mits de verhuurder schriftelijk instemt met een eventuele erkenning van het perceel. Zowel het OCMW van Brussel als de gemeente Tervuren hebben zich schriftelijk akkoord verklaard met een mogelijke erkenning als natuurreservaat. Beide documenten werden als addendum bij de huurovereenkomsten aan het erkenningsdossier toegevoegd. Ook wat betreft de oppervlakte stelt het erkenningsbesluit geen minimale oppervlakte voorop.

  • “Grote delen van het visiegebied zijn eigendom van de adellijke familie de Liedekerke waarvoor een recent goedgekeurd beheerplan bestaat, deze eigenaar heeft waarschijnlijk niet de intentie om gronden te verkopen aan Natuurpunt.”

Dit deeladvies berust op aannames en betreft geen feitelijke gegevens. Er dient bovendien opgemerkt te worden dat er op het terrein goede contacten zijn tussen vrijwilligers van de betrokken Natuurpuntafdeling (Natuurpunt Druivenstreek) en de familie de Liedekerke. Natuurpunt stelt zich steeds open om in gesprek te gaan met andere doelgroepen en probeert waar mogelijk om samenwerkingsverbanden aan te gaan. Ook in dit projectgebied is dit niet anders. 

  • “Delen van het visiegebied liggen binnen HAG.”

Het grootste deel van het voorgestelde visiegebied bevindt zich buiten het HAG.  Er bevindt zich minder dan 1,5% van het voorgesteld visiegebied binnen het HAG, dit betreft ongeveer 3 ha. Het gaat daarbij om enkele percelen die als buffer werden ingetekend rondom de bestaande bosclusters die zich binnen het HAG bevinden. Ook een deel van de oude trambedding bevindt zich binnen het HAG. Een grenscorrectie van het visiegebied kan overwogen worden.

  • “Het is geen realistisch project waarvoor op (midden)lange termijn een sterke uitbreiding mogelijk is.”

Natuurpunt is ervan overtuigd dat dit project weldegelijk een grote ecologische en maatschappelijke waarde kan hebben. Binnen het voorgestelde visiegebied beheert Natuurpunt niet alleen de bossen die ter erkenning worden voorgedragen, maar tevens een deel van de voormalige zandgroeve “Groeve Ganzemans”.

De groeve is één van de laatste vindplaatsen van de vroedmeesterpad, bijlage IV soort van de habitatrichtlijn, in Vlaams-Brabant. De populatie van deze groeve vormt samen met deze van hoeve Ter Saert en Ter Saertveld één metapopulatie. In een tijdsspanne van enkele jaren is de soort helaas in een dramatisch tempo achteruitgegaan.  De populatie in het projectgebied bevindt zich volgens de laatste gegevens in een ongunstige staat van instandhouding. Om het leefgebied van de soort te optimaliseren werd in 2014 bij de Vlaamse overheid een Investeringssubsidie Natuur aangevraagd. Deze werd op 6 november 2014 verleend. Eén van de voorwaarden van deze ISN stelt dat het perceel waarop de inrichtingswerken werden uitgevoerd, voorgedragen wordt om te laten erkennen als natuurreservaat. Het betrokken perceel zou als een uitbreiding op het dossier “Plateau van Duisburg” ingediend worden. Dit zou alvast een eerste stap zijn in een verdere uitbreiding van het natuurreservaat.

Landelijk Vlaanderen en Boerenbond

Landelijk Vlaanderen en Boerenbond stellen vast dat er in dit dossier op geen enkele manier wordt voldaan aan de principes uit het unaniem advies van de Minaraad 2012|77 van 25 oktober 2012 zoals hierboven beschreven. Landelijk Vlaanderen en Boerenbond treden het negatief advies dat ANB geeft bij deze erkenningsaanvraag dus volledig bij.

Landelijk Vlaanderen en Boerenbond wijzen er op dat het reservaat maar een beperkte oppervlakte van 3,8Ha heeft en de percelen niet in eigendom zijn maar worden gehuurd van de gemeente en het OCMW. Bovendien zijn er geen uitbreidingsmogelijkheden in oppervlakte om een duurzaam natuurbeheer op te maken.

Bovendien is het betreurenswaardig te moeten vaststellen dat er toekomstige visies rond natuurbeheer worden bedacht en uitgeschreven in een formele erkenningsaanvraag voor meerdere percelen die in eigendom zijn van privé beheerders die niet werden betrokken of werden ingelicht. Een gemiste kans naar meer constructief overleg vermits de beheerders hier zelf hun eigen beheerplan hebben. Een zelfde opmerking geldt voor de plaatselijke WBE’n die hier hun jachtgebied hebben.

Hubertus Vereniging Vlaanderen        

HVV sluit zich aan bij de nota van het ANB die duidelijk stelt dat het visiegebied geen samenhangend geheel vormt en dat de erkenning van de percelen alsook het visiegebied gebeurt zonder terugkoppeling met andere beheerplannen. Nu de wetgeving rond natuurbeheer nieuwe dimensies aanneemt, waarbij samen beheren met input van private gelden naar voor wordt geschoven, wil de HVV dit topic dan ook zien verschijnen in het beheerplan.

Verder sluit de HVV zich aan bij de visie van Landelijk Vlaanderen aangaande vastleggen van visiegebieden.

Erkenning van het natuurreservaat E-435 “Plateau van Duisburg” te Bertem en Huldenberg

 

Bron: Minaraad