Het voorontwerp van decreet tot wijziging van het zogenaamde ‘Brownfielddecreet’ beoogt een aantal verbeteringen in de brownfieldconvenantenwerking door te voeren. De Raad onderschrijft de voorgestelde wijzigingen, omdat hij meent dat deze inderdaad zullen leiden tot een meer gestroomlijnde proceswerking.
De Raad grijpt de gelegenheid van deze adviesvraag aan om in te gaan op het evaluatieaspect van de brownfieldconvenantenwerking. De Raad stelt vast dat het evaluatieonderzoeksrapport, dat mee de basis vormde voor het wijzigingsvoorstel, niet was toegevoegd. De Raad kon uiteindelijk toch beschikken over het rapport.
De aanbevelingen uit het onderzoeksrapport, kunnen volgens de Raad in diverse clusters worden ondergebracht. Eén daarvan betreft een cluster met aanbevelingen gericht op de verdere verankering van het beleidsdomeinoverschrijdend beleid in de brownfieldontwikkeling.
Inzake deze cluster, stelt de Raad vast dat de onderzoekers er onder meer voor pleiten om de strategische doelstellingen van het ruimtelijk beleid te verankeren in het decretaal kader van het brownfieldbeleid. De Raad onderschrijft de geest van deze aanbeveling. Ook in zijn eerdere advies van 15 juni 2011 betreffende het vorige voorontwerp van wijzigingsdecreet, wees de Raad op het complementaire karakter van het brownfieldbeleid en het ruimtelijk-economische beleid, waarbij een geïntegreerde brownfieldontwikkeling zowel een rol kan spelen in het verhogen van het aanbod van bedrijfsterreinen als in het verminderen van het aansnijden van “greenfields”.
Omdat een belangrijk aandeel van brownfields gelegen zijn in of nabij stedelijke gebieden met een hoge ruimtedruk, biedt de ontwikkeling ervan volgens de Raad nog veel mogelijkheden om zonder extra ruimtebeslag invulling te geven aan nieuwe ruimtelijke behoeften voor wonen en werken. Om dit potentieel beter te benutten, vraagt de Raad dat er nagedacht zou worden over bijkomende stimulansen voor ontwikkelingen in stedelijke gebieden.
Omdat het voor de Raad niet duidelijk is welk gevolg er zal gegeven worden aan de aangehaalde strategische aanbeveling, noch aan de overige aanbevelingen uit het onderzoeksrapport, verkreeg de Raad hierover graag meer duidelijkheid.