01/12/2016 - 00:00

De minister van Leefmilieu spreekt over de testen voor voertuigen

Back to article overview
… en vraagt de Europese Commissie de uitwerking van de nieuwe testen voor voertuigen ter bescherming van de gezondheid en het leefmilieu te versnellen.

Ten gevolge van de onthullingen rond een verdenking van veralgemeende fraude op bepaalde modellen van de groep Volkswagen in de Verenigde Staten, wil Minister van Leefmilieu, Marie Christine Marghem, de wettelijke context van het dossier verduidelijken. De AD Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid is bevoegd voor de bepaling van de milieunormen voor de uitstoot en is op Europees niveau betrokken bij de uitwerking van de testprocedures.

Welke tests in Europa?

In Europa bestaat er één unieke testcyclus die op EU-schaal is geharmoniseerd. Die tests maken het mogelijk om het niveau van CO2-uitstoot en de emissie van luchtvervuilende stoffen voor elk type voertuig vast te leggen vooraleer ze op de Europese markt worden gebracht (homologatieprocedure). Deze tests hebben de afkorting NEDC (New European Driving Cycle), en de rapporten ervan worden toegevoegd aan het technisch dossier met het oog op de homologatie. Ze worden op vraag van de constructeurs uitgevoerd door onafhankelijke laboratoria die zich houden aan de procedures die in de Europese regelgeving ter zake zijn vastgelegd.

De testcyclus NEDC maakt het mogelijk om voertuigen onderling objectief te kunnen vergelijken. De cyclus wordt echter uitgevoerd in laboratoriumomgeving en de resultaten zijn dan ook moeilijk na te trekken in reële rijomstandigheden.

Naast de tests die worden uitgevoerd in het kader van de homologatie van voertuigen, worden de uitlaatgassen en de rook tevens getest naar aanleiding van de technische controle. In België zijn de behandeling van de homologatieaanvragen vanwege de autoconstructeurs zowel als de technische controle voortaan gewestbevoegdheden.

CO2-uitstoot

CO2 is een broeikasgas waarvan de uitstoot voor een deel verantwoordelijk is voor de klimaatopwarming, maar het is geen luchtvervuiler. De NEDC-testcyclus maakt het mogelijk om een gestandaardiseerde CO2-emissiewaarde te bepalen voor elk type voertuig. Deze waarden staan op het CO2 –etiket in de toonzalen en dienen ook als basis voor de berekening van de CO2-uitstoot die eigen is aan elke constructeur. Elke constructeur is namelijk verplicht om met heel zijn voertuigenpark onder een bepaald emissieplafond te blijven, en dat plafond is vastgesteld op een gemiddelde van 130 g/km in 2015 en op 95 g/km tegen 2021.

Europese normen

De luchtvervuilende stoffen hebben een rechtstreekse impact op de luchtkwaliteit, en dus ook op de volksgezondheid. De NEDC-testcyclus zorgt ervoor dat de vigerende Europese normen worden gerespecteerd. Die normen leggen voor de uitstoot van de belangrijkste luchtvervuilers de grenswaarden vast die niet mogen overschreden. Sinds september2015, is de Euronorm 6b van kracht.

Situatie op Europees niveau

De vraag is niet nieuw of de testen van de NEDC-cyclus wel milieurepresentatief zijn. De Europese Commissie en vele Lidstaten waaronder België hebben toegegeven dat de NEDC-testcyclus zijn beperkingen heeft.
Daarom ook zijn de Europese autoriteiten begonnen met de uitwerking van nieuwe reglementaire bepalingen om meer representatieve waarden te vinden die beter in de buurt komen van wat in reële rijomstandigheden zou worden gemeten :
 
1) Een nieuwe, meer representatieve testprocedure: WLTP
De testprocedure WLTP (Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure) werd uitgewerkt in het kader van een VN-orgaan dat werk maakt van de technische harmonisatie van motorvoertuigen: UNECE (United Nations Economic Commission for Europe). Deze procedure heeft een dubbel oogmerk : enerzijds zorgen voor een betere harmonisatie op wereldschaal, anderzijds testomstandigheden creëren die de reële omstandigheden op onze wegen beter benaderen.
Een eerste luik van deze nieuwe procedure werd in 2014 door de UNECE goedgekeurd. De Europese Commissie had de intentie om de WLTP procedure in het Europees recht in te schrijven en van kracht te laten worden in 2017 ter vervanging van de NEDC testcyclus. Maar vandaag is er geen enkele zekerheid dat deze tijdslijn kan worden aangehouden, ook al zijn er al werkgroepen van de Commissie bezig met het implementatieproces. België en de andere lidstaten verwachten dus een initiatief van de Commissie rond dit dossier.

2) Een bijkomende testcyclus in “echte” rijomstandigheden om de uitstoot van luchtvervuilende stoffen te meten : RDE
Naast de nieuwe WLTP-testprocedure heeft de Europese Commissie de Lidstaten voorgesteld om een bijkomende testcyclus “in reële rijomstandigheden” in te voeren (RDE – Real Driving Émission) die mogelijk wordt gemaakt dankzij meetsystemen aan boord van de auto. Op dit moment liggen er beslissingen over dit dossier op tafel bij het bevoegde technisch comité van de Europese Commissie. Onder andere samen met Nederland en Frankrijk pleit België voor een zo snel en zo strikt mogelijke uitvoering, zodanig dat de invoering van deze testcyclus er ook voor zorgt dat zijn doelstellingen inzake representativiteit worden gehaald.

De experts van de AD Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid nemen deel aan de besprekingen rond deze nieuwe testcycli.

De fraude waaraan een Europese constructeur zich in de Verenigde Staten schuldig heeft gemaakt, maakt het (voor zover nodig) nog maar eens duidelijk dat de invoering van meer representatieve testcycli niet enkel belangrijk, maar ook dringend is.

Dergelijke metingen hebben tot doel om de consumenten een meer realistisch beeld te geven en de constructeurs er meteen toe aan te zetten om vernieuwende oplossingen te vinden, zodat de uitstoot van luchtvervuilende stoffen in reële rijomstandigheden wordt beperkt.

Vandaar dat Marie Christine Marghem een oproep richt aan de Europese Commissie: “Ik vraag de Commissie om in deze problematiek de koe bij de horens te vatten. De WLTP- en de RDE-dossiers moeten zo snel mogelijk rond geraken met ambitieuze resultaten, zodat de gezondheid van de burgers wordt beschermd en de luchtkwaliteit wordt gegarandeerd”.

Bron: © 2016 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu