04/21/2017 - 00:00

De Lijn gaat elektrische bussen testen in Antwerpen, Gent en Leuven

Back to article overview

Proefproject met snelladen aan eindhaltes

Mechelen, 20 april 2017 - De Lijn gaat in Antwerpen, Gent en Leuven elektrische bussen testen die worden opgeladen aan hun eindpunt. De raad van bestuur van de vervoermaatschappij heeft het licht op groen gezet voor drie keer twee bussen en de bijhorende oplaadinfrastruc-tuur. De Lijn gaat nu op zoek naar mogelijke aanbieders. Als alles vlot verloopt, beginnen de bussen eind 2019 te rijden.

‘Vanaf 2025 alleen nog elektrisch of hybride’

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts: 

‘Het investeringsbudget van De Lijn stijgt en dat komt ook de vergroening ten goede. We halen de oudste en meest vervuilende bussen uit circulatie en ruilen ze voor veel groenere alternatieven. Het voertuigenpark van De Lijn is nu al voor 12 procent elektrisch of hybride. Ter vergelijking: de Nederlandse evenknie haalt maar 2 procent. Vanaf 2019 kopen we alleen nog maar bussen met een alternatieve aandrijving. Vanaf 2025 rijden we in stedelijke omgevingen alleen nog elektrisch of hybride. Proefprojecten zoals in Antwerpen, Gent en Leuven bereiden de groene golf voor.’

‘Ervaring opdoen met nieuwe technologie zonder uitstoot’

Directeur-generaal Roger Kesteloot:

‘Als vervoerbedrijf zijn we erg geïnteresseerd in deze nieuwe technologie die geen schadelijke uitstoot produceert. Met de proeven in Antwerpen, Gent en Leuven willen we de haalbaarheid ervan testen, net als de integratie in het openbaar domein en de prestaties van de energievoorziening. Bovendien kunnen ook onze technici en operationele mensen er ervaring mee opdoen. Eenmaal de technologie nog beter op punt staat en verder in prijs daalt, willen we meer elektrische bussen in gebruik nemen.’

Snelladen aan eindhalte

De elektrische bussen zullen uitsluitend rijden in een stedelijke omgeving. Ze moeten ongeveer 50 minuten kunnen rijden, goed voor 20 kilometer. De Lijn wil dat de bussen een vergelijkbaar aantal reizigersplaatsen hebben als een dieselbus (65 plaatsen, waarvan 25 zitplaatsen).

Hierdoor zullen ze een kleinere batterij hebben die tijdens de dienst snel kan worden bijgeladen. Hoe meer reizigersplaatsen, hoe kleiner de capaciteit van de batterij.

Voor de drie steden gaat het om telkens twee elektrische bussen met een snellaadstation aan de eindhalte. In Antwerpen gaat het om een stukje van lijn 12 (Astridplein – Sportpaleis). De Arteveldestad krijgt elektrische bussen op The Loop. Voor Leuven is er nog geen traject geselecteerd.

Laden met kabel of stroomafnemer

De Lijn kiest voor elektrische bussen die conductief laden, dat wil zeggen met een kabel of stroomafnemer (vergelijkbaar met een tram). Uit het Europese ZeEUS eBus-project (Zero Emission Urban bus Systems) blijkt dat 95 procent van de elektrische bussen in Europa op deze manier geladen worden. De Lijn volgt die evolutie.

Bij conductief laden is er de keuze tussen ’s nachts laden en bijladen aan bijvoorbeeld een eindhalte. ’s Nachts laden (‘overnight’) maakt gebruik van een druppellader of traaglaadsysteem. In dit geval is de actieradius beperkt tot de afstand die de bus met één lading kan afleggen. Deze bussen hebben grotere en zwaardere batterijen, wat leidt tot 30 plaatsen minder. Ze kunnen maximaal 200 kilometer per dag afleggen, en moeten ’s nachts maximaal 12 uur aan de kabel hangen om op te laden.

De andere laadmethode is het laden aan de eindhalte (‘opportunity charging’). Hiervoor worden snellaadpunten voorzien die de batterijen kunnen opladen in 7 à 8 minuten. De bus heeft dan voldoende stroom voor zijn volgende rit.

 

Bron: De Lijn