21/01/2020

Risicovastgoed bij de Vlaamse overheid

Back to article overview

Eén van de beleidsdoelstellingen van de OVAM is om tegen 2036 de sanering van alle historische bodemverontreiniging op te starten. De Vlaamse overheid speelt zelf een belangrijke rol bij deze aanpak van historische bodemverontreiniging. Als publieke actor, eigenaar en gebruiker heeft ze een belangrijke voorbeeldfunctie, zeker op het vlak van het uitvoeren van haar eigen bodembeleid. Het beheer van dit risicovastgoed kan immers een hefboom betekenen voor economische ontwikkeling, ruimtelijke ontwikkeling en een gezonde leefomgeving, met mogelijk innovatieve benadering.

De Vlaamse overheid heeft als ‘grootgrondbezitter’ heel wat vastgoed in eigendom: met meer dan 91 000 percelen bestrijkt dat ongeveer 4,6 % van het Vlaamse grondgebied. Onder deze percelen bevinden zich eveneens risicogronden, waarop bodemverontreiniging ontstaan kan zijn als gevolg van risicovolle activiteiten. Uit de inventarisatie van begin 2018 blijkt het te gaan om ongeveer 6350 risicopercelen.


Inventarisatie risicovastgoed

De OVAM treedt op als 'huissaneerder' voor de Vlaamse overheid om haar te helpen bij het waarmaken van haar voorbeeldrol door de actieve en faciliterende begeleiding van bodemonderzoeken en -saneringen. De OVAM doet dit door de inventarisatie, het bodemonderzoek en de -sanering van de Vlaamse overheidsgronden te stimuleren, zeker van risicovastgoed.

In samenwerking met het Facilitair Bedrijf vergeleek de OVAM de Vlaamse Vastgoeddatabank met haar Grondeninformatieregister. De Vastgoeddatabank bevat immers alle gekadastreerde percelen in eigendom of beheer van de verschillende Vlaamse entiteiten. Door de vergelijking met het Grondeninformatieregister was het mogelijk om het aantal risicopercelen na te gaan die in eigendom of beheer zijn van de Vlaamse entiteiten.

Van de 6352 risicopercelen bleek dat er slechts 45 % effectief onderzocht was in een oriënterend bodemonderzoek. Om dit resultaat te verbeteren, vatte de OVAM het plan op om als huissaneerder de verschillende Vlaamse entiteiten te ondersteunen in oplossingstrajecten voor de 3500 nog niet onderzochte risicopercelen. Hierbij bleek 93 % van de niet onderzochte risicopercelen in eigendom of beheer van elf Vlaamse entiteiten. Met die elf entiteiten ging de OVAM in overleg.


Onterechte risicogronden

Op basis van de eerste overlegmomenten met de elf 'grootgrondbezittende' entiteiten blijkt dat er in de oplijsting van hun risicopercelen wel een aantal percelen mogelijk onterecht als risicoperceel waren aangeduid. Vandaar dat we mogelijk onterechte risicopercelen uitklaarden. Als er immers nooit een risico-inrichting aanwezig was op het eigenlijke perceel, dan dient dit perceel ook niet onderzocht te worden.

Met de hulp van de betrokken gemeenten en een bodemsaneringsdeskundige, schrapte de OVAM ondertussen al meer dan 700 onterechte risicopercelen.


Bodemonderzoek op 'terechte' risicogronden

Naar aanleiding van het overleg met de verschillende entiteiten en de schrappingen van onterechte risicopercelen, wordt ondertussen duidelijk welke acties we moeten ondernemen om de effectieve risicopercelen aan te pakken. Ondertussen zijn er 170 risicopercelen onderzocht in een oriënterend bodemonderzoek.

De OVAM plant nog bijkomende overleg met de verschillende collega-overheden om verdere acties af te spreken met betrekking tot de resterende 2630 niet onderzochte risicopercelen.

 

 
 
Bron: De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Overheid