10/06/2016

Nieuw plan voor huishoudelijk afval verdubbelt

Back to article overview

Vlaanderen bepaalt aan de hand van uitvoeringsplannen hoe we met ons huishoudelijk afval omgaan en welke doelen we willen bereiken. Deze aanpak heeft er voor gezorgd dat Vlaanderen vandaag meer 71% van haar huishoudelijk afval recycleert en aan de Europese top staat. Het voorbije jaar werd in opdracht van Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege door de OVAM een nieuw uitvoeringsplan voor de periode 2016 – 2022 voorbereid. Het plan mikt op 16 kg minder restafval per Vlaming, meer hergebruik en 20% minder zwerfvuil. Maatwerk en innovatieve inzamelsystemen moeten deze ambitieuze doelstellingen helpen waar maken. Het plan legt ook voor het eerst de link met het klimaatbeleid.

Vlaanderen zet de krijtlijnen uit voor preventie, selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval d.m.v. uitvoeringsplannen. Deze aanpak, waarbij in nauw overleg met de lokale besturen gewerkt wordt, heeft Vlaanderen veel succes opgeleverd. Vandaag krijgt ongeveer 71% van het huishoudelijk afval een tweede leven na hergebruik, recyclage of compostering. De totale hoeveelheid afval nam de voorbije jaren stelselmatig af en het storten van dit afval is tot minder dan 1% herleid.

In opdracht van Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege publiceerde de OVAM in januari van dit jaar een nieuw ontwerp uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval. Van 11 januari tot 10 maart ging het plan in openbaar onderzoek. 335 lokale besturen, federaties, organisaties en betrokken burgers maakten hun opmerkingen en suggesties kenbaar. De gecoördineerde versie van het plan wordt nu voorgelegd aan de Vlaamse Regering.

Sterke ambities

Het nieuwe plan legt de ambities beduidend hoger dan het vorige plan. Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege: “De doelstelling van dit plan is dat tegen 2022 elke Vlaming 16 kg restafval minder per jaar produceert. Dat is ambitieus maar realistisch. Het vorige plan (2008 – 2015) realiseerde een reductie van 7 kg per Vlaming. Met andere woorden: met dit plan mikt Vlaanderen dubbel zo hoog.”. Die doelstelling wil het plan onder meer bereiken door meer hergebruik, acties tegen voedselverspilling en initiatieven in de deeleconomie te ondersteunen.

Tegelijk wil het plan de Vlaming meer en makkelijker laten sorteren. Zo komt er een verplichte selectieve inzameling van harde kunststoffen op de recyclageparken, wordt er  onderzocht of en hoe de pmd-fractie kan uitgebreid worden met andere plastics en komen er initiatieven om –onder meer- textiel en organisch-biologisch afval beter te sorteren.

De jaarlijkse hoeveelheid zwerfvuil moet tegen 2022 met 20% afgenomen zijn t.o.v. 2014. En last but not least legt het plan voor het eerst ook de link met het klimaatbeleid. Dat een goed afval- en materialenbeleid ook voordelen heeft voor het klimaat stond al langer vast. Vorig jaar nog becijferde de VN dat een verbeterd afvalbeleid wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen met 15 tot 20% kan terugdringen. Minister Schauvliege: “Het nieuwe plan zal in kaart brengen hoe we met het Vlaamse afvalbeheer een bijdrage kunnen leveren aan de reductie van CO2. Het is essentieel dat we onze koploperspositie wat betreft recyclage ook kunnen verzilveren in de strijd tegen klimaatwijziging.”.

Maatwerk

Om deze ambitieuze doelstellingen te halen mikt het nieuwe plan op maatwerk. Jan Verheyen, woordvoerder OVAM: “De uitdagingen waar lokale besturen mee geconfronteerd worden om een kwaliteitsvolle afvalinzameling en duurzame afvalverwerking te garanderen, worden steeds groter. De samenleving verandert in snel tempo, ze wordt diverser, met kleinere gezinnen en grotere tegenstellingen tussen stad en platteland. Het nieuwe plan zal hiermee rekening houden.”

Waar vroeger alle 308 lokale besturen dezelfde doelstelling hadden om de hoeveelheid restafval terug te dringen tot onder de 180 kg/inwoner, worden er nu verschillende doelstellingen opgelegd aan de gemeenten in functie van bevolkingsdichtheid, toerisme, industriële activiteiten, socio-economische parameters, … De lokale besturen werden onderverdeeld in 16 clusters (de zogenaamde Belfius-indeling) en hebben nu 11 verschillende doelstellingen, gaande van 116 kg/inwoner tot 258 kg/inwoner. Lokale besturen die deze doelstelling niet halen, krijgen ondersteuning op maat om hun restafvalcijfer te behalen. Ook op intercommunaal niveau worden doelstellingen als richtsnoer geformuleerd om de gemeenten te helpen hun doelstellingen te halen. Gemeenten die vandaag hun doelstelling al halen, moeten hun goede resultaten kunnen bestendigen en kunnen subsidies krijgen voor innovatieve proefprojecten rond het lokaal sluiten van materiaalkringlopen.

Innovatieve inzamelsystemen

Gemeenten en intercommunales blijven een cruciale rol spelen in de uitvoering van dit ambitieuze Vlaamse afvalplan. Zij kennen de lokale omstandigheden, en kunnen daardoor inspelen op de lokale behoeften door een inzameling op maat te organiseren. Onder hun regie kunnen afvalbedrijven meewerken aan het invoeren van innovatieve inzamelsystemen die meer selectieve inzameling mogelijk maken. Voorbeelden daarvan zijn minirecyclageparken in dicht bebouwde gebieden, pop-up inzameling of ondergrondse systemen. De invoering daarvan gaat heel wat verder dan een loutere technische maatregel, maar vergt inspanningen en een voortdurende dialoog met de burgers om afvalinzameling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Luc Martens, voorzitter VVSG: “Vanuit hun terreinkennis kunnen gemeenten zorgen voor een beleid op maat. Hun aansturing van de afvalinzameling zorgt voor een blijvende, toegankelijke en efficiënte dienstverlening voor alle inwoners. Met garanties op de beste milieuresultaten. Uit ervaring in binnen- en buitenland weten we dat die sturende rol van de gemeenten daarbij cruciaal is. Samen met de Vlaamse overheid willen de Vlaamse gemeenten en intercommunales de komende jaren zo verder werken aan meer recyclage en minder afval.”.

Bron: OVAM