BREF Afvalbehandeling (WT)

Afvalberg
Terug naar filteroverzicht

Download studie Download BBT-conclusies Voorwaarden in VLAREM III

Deze BREF heeft betrekking op de volgende in bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU omschreven activiteiten:

5.1. De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 10 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten:
  a) biologische behandeling;
  b) fysisch-chemische behandeling;
  c) mengen of vermengen voorafgaand aan een van de onder de punten 5.1 en 5.2 van bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU vermelde behandelingen;
  d) herverpakking voorafgaand aan een van de onder de punten 5.1 en 5.2 van bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU vermelde behandelingen;
  e) terugwinning/regeneratie van oplosmiddelen;
  f) recycling/terugwinning van andere anorganische materialen dan metalen of metaalverbindingen;
  g) regeneratie van zuren of basen;
  h) terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan;
  i) terugwinning van bestanddelen uit katalysatoren;
  j) herraffinage van olie en ander hergebruik van olie.

 

5.3 a)  De verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 t per dag door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de activiteiten bedoeld in Richtlijn 91/271/EEG van de Raad:
    i)  biologische behandeling;
    ii) fysisch-chemische behandeling;
    iii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
    iv) behandeling van as;
    v) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
  b) Nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 t per dag, door middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van activiteiten die onder Richtlijn 91/271/EEG vallen:
    i) biologische behandeling;
    ii) voorbehandeling van afval voor verbranding of meeverbranding;
    iii) behandeling van as;
    iv) behandeling in shredders van metaalafval, met inbegrip van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en autowrakken en de onderdelen daarvan.
    Indien de behandeling van het afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 t per dag.
5.5. Tijdelijke opslag van niet onder punt 5.4 van bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU vallende gevaarlijke afvalstoffen, in afwachting van een van de onder de punten 5.1, 5.2, 5.4 en 5.6 van bijlage I bij Richtlijn 2010/75/EU vermelde behandelingen, met een totale capaciteit van meer dan 50 t, met uitsluiting van tijdelijke opslag, voorafgaande aan inzameling, op de plaats van productie.
6.11. Een niet onder het toepassingsgebied van Richtlijn 91/271/EEG vallende zelfstandig geëxploiteerde behandeling van afvalwater dat is geloosd door een installatie waarin de onder de punten 5.1, 5.3 of 5.5 hierboven vallende activiteiten worden uitgevoerd. Voor wat betreft de niet onder Richtlijn 91/271/EEG vallende zelfstandig geëxploiteerde behandeling van afvalwater, heeft deze BREF tevens betrekking op de gecombineerde behandeling van afvalwater van verschillende herkomst indien de belangrijkste verontreinigingsbelasting afkomstig is van de onder de punten 5.1, 5.3 en 5.5 hierboven vallende activiteiten.