BBT in de Richtlijn Industriële Emissies en in VLAREM III

Industriële installaties met een mogelijk grote impact op het milieu zijn onderworpen aan de Europese Richtlijn inzake Industriële Emissies (RIE). De RIE (2010/75/EU) is de opvolger van de GPBV-richtlijn (Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, 96/61/EG, gecodificeerd 2008/1/EG) en verplicht de lidstaten van de EU om grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT). Deze verplichting is van toepassing op alle installaties waarin één of meer van de activiteiten plaatsvinden die vermeld worden in bijlage I van de richtlijn (zogenaamde GPBV-activiteiten).

In het kader van de Richtlijn Industriële Emissies worden op Europees niveau BBT-referentiedocumenten (BREFs) opgesteld. Deze BREFs geven aan wat de BBT zijn voor bepaalde activiteiten en welke milieuprestaties met deze BBT haalbaar zijn. Een belangrijk onderdeel van de BREFs zijn de BBT-conclusies. Deze vormen onder de RIE de referentie voor het vaststellen van vergunningsvoorwaarden voor GPBV-installaties in Europa. In Vlaanderen worden de aldus vastgestelde vergunningsvoorwaarden opgelegd via titel III van het VLAREM of via de omgevingsvergunning.