27/01/2017

VLM verduidelijkt modaliteiten opslag vaste dierlijke mest

Back to article overview

Momenteel controleren de toezichthouders van de Mestbank de opslagen voor dierlijke mest. Tijdens die controles gaan ze na of de opslagen voor vaste dierlijke mest voldoen aan de VLAREM-bepalingen.

Zo kijken ze onder meer na of er een mestdichte vloer, 3 mestdichte muren en een opvang voor de mestsappen aanwezig is.

Artikel 5.9.2 .2 van VLAREM bepaalt dat het afvloeiwater moet worden opgevangen en verzameld in mestdichte gesloten opslagruimten. Voor mestsappen zijn afleidingskanalen of overstorten naar het oppervlaktewater of de openbare riolering niet toegestaan.

Blijkbaar bestaat over die bepaling onduidelijkheid op het terrein. De VLM heeft vernomen van enkele landbouwers dat er adviseurs, bouwfirma's en andere partijen zijn, die beweren dat een sapscheider of first flush-systeem aan de opvang voor mestsappen een legale oplossing is om te voorkomen dat de opvang snel vol zit. Maar niets in minder waar. De regelgeving is duidelijk: geen enkele vorm van overstorten is toegestaan. Door overstorten komen er immers nog steeds nutriënten in het oppervlakte- of grondwater terecht. Het zijn die nutriënten die een nefaste invloed hebben op de waterkwaliteit en dus ook op de MAP-meetpunten.

Als de toezichthouders van de Mestbank een vorm van overstort vaststellen, zal de betrokken landbouwer dat altijd definitief buiten gebruik moeten stellen of verwijderen.

Bij lozing in de waterloop of de openbare riolering, kunnen ze ook een proces-verbaal opmaken voor het lozen van dierlijke mest en de opslag van dierlijke mest in een mestvaalt niet conform het VLAREM. Het overstort zal verwijderd moeten worden. De Mestbank geeft dergelijke vaststellingen ook door aan het Departement Landbouw en Visserij. Het Departement kan een korting op de basisbetaling toepassen.

De VLM roept intermediairs en erfbetreders dan ook op om landbouwers correct te informeren over de geldende wetgeving. Meer info vindt u op de pagina over mestopslag.

 

Bron: Vlaamse Landmaatschappij