20/10/2017

Vlaamse luchtkwaliteit haalt meeste Europese doelstellingen

Back to article overview

De luchtkwaliteit in Vlaanderen verbetert gestaag. Enkel voor stikstofdioxide en zware metalen overschrijden we op een beperkt aantal plaatsen de Europese doelstellingen. Maar fijn stof, ozon, stikstofdioxide en zwaveldioxide scoren ondermaats als we naar de gezondheidsimpact kijken. Dat staat in het nieuwe rapport ‘Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest 2016’ van de Vlaamse Milieumaatschappij.

Meeste Europese doelstellingen gehaald

De luchtkwaliteitsresultaten van 2016 in Vlaanderen halen voor heel wat stoffen de Europese doelstellingen. Het lokale, Vlaamse en Europese beleid van de afgelopen decennia heeft geleid tot een verbetering van de luchtkwaliteit in Vlaanderen. Voor een aantal stoffen is dat echter nog niet het geval, zoals stikstofdioxide, ozon (op lange termijn) en arseen en cadmium in de buurt van enkele metaalbedrijven.

WGO-advieswaarden voor stikstofoxide, fijn stof en ozon niet

Als we de luchtkwaliteit in 2016 toetsen aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) zien we dat vooral fijn stof en ozon maar ook stikstofdioxide en zwaveldioxide een probleem vormen. Op heel wat plaatsen zijn de concentraties te hoog.

Vooral fijn stof is prioritair naar gezondheid toe. Via modellering deed de VMM een inschatting welk percentage van de Vlaamse bevolking woonde in een regio waar de WGO-advieswaarden overschreden werden. Vooral voor de fractie kleiner dan 2,5 µm (PM2,5) leverde dit hoge cijfers op:

  • 21% woonde in een regio met te hoge PM10-waarden op jaarbasis,
  • 45% in een regio met teveel dagen met hoge PM10-waarden,
  • 97% woonde in een regio met te hoge PM2,5-waarden op jaarbasis,
  • 100% in een regio met teveel dagen met hoge PM2,5-waarden.

Ozonflux wijst voor het eerst op grote schade voor akkergewassen en bossen

Zowel de landbouwgewassen als de bossen ondervonden in 2016 negatieve effecten van ozon. Voor loofbos was er in heel Vlaanderen een overschrijding van het kritieke niveau, voor akkergewas waren enkel de waarden aan de kust en de polderstreek voldoende laag. Dit volgt uit de berekening van de ozonflux. De VMM gebruikt voortaan deze nieuwe indicator omdat die beter inschat hoeveel schade ozon aan een plant berokkent.

Lees het volledige rapport

 

Bron: Vlaamse Milieumaatschappij, Vlaamse Overheid