16/02/2018

Verminderen uitstoot broeikasgassen in EU: nationale doelstellingen voor 2030

Back to article overview

De wet voor de verdeling van de inspanningen stelt nationale doelstellingen vast voor de verlaging van de uitstoot van broeikasgassen om aan het akkoord van Parijs te voldoen.

 

 

 

De rapporteur voor het Parlement is Gerben-Jan Gerbrandy (ALDE, NL) . In april wordt plenair over het verslag gestemd.

De verdeling van de inspanningen

Om klimaatverandering te voorkomen, hebben de regeringsleiders in oktober 2014  het klimaat- en energiekader 2030 aangenomen dat een bindende doelstelling bevat om de uitstoot op EU-grondgebied tegen 2030 met minimaal 40% onder het niveau van 1990 te brengen. De verlaging in sectoren zoals vervoer, landbouw, gebouwen en afvalbeheer moet tegen 2030 verminderen met 30% ten opzichte van 2005. Deze sectoren zijn goed voor de grootste uitstoot van broeikasgassen in de EU (ongeveer 60% van de totale uitstoot in de EU in 2014).

Bovenstaande doelstellingen zijn ook de inzet van de EU in het akkoord van Parijs.

Om te garanderen dat alle landen deelnemen aan de inspanningen van de EU om de uitstoot van bovengenoemde sectoren te verlagen, zijn er jaarlijkse bindende doelstellingen voor de verlaging van de broeikasgasuitstoot voor de lidstaten vastgelegd voor de periode 2013-2020.

De leden werken nu aan de nieuwe verordening die de opvolger zou zijn van de beslissing over de verdeling van de inspanningen. Het voorstel legt de minimale bijdragen van de lidstaten aan de vermindering van de uitstoot vast voor de periode van 2021 tot 2030, evenals de regels voor het bepalen van de jaarlijkse emissietoewijzingen en de regels voor evaluatie van de voortgang.

Wat zijn de voorgestelde bindende nationale doelen?

De uiteenlopende capaciteiten van de lidstaten om actie te ondernemen, worden onderkend door doelstellingen te differentiëren volgens het bbp per hoofd van de bevolking. De hieruit voortvloeiende 2030-doelstellingen variëren van 0% tot -40% in vergelijking met het niveau van 2005 en zijn in overeenstemming met de algemene EU-reductiedoelstelling van 30%.

 

Lidstaat

Doelstelling voor 2030 i.v.m. 2005

Luxemburg

-40%

Zweden

-40%

Denemarken

-39%

Finland

-39%

Duitsland

-38%

Frankrijk

-37%

Verenigd Koninkrijk

-37%

Nederland

-36%

Oostenrijk

-36%

België

-35%

Italië

-33%

Ierland

-30%

Spanje

-26%

Cyprus

-24%

Malta

-19%

Portugal

-17%

Griekenland

-16%

Slovenië

-15%

Tsjechië

-14%

Estland

-13%

Slowakije

-12%

Litouwen

-9%

Polen

-7%

Kroatië

-7%

Hongarije

-7%

Letland

-6%

Roemenië

-2%

Bulgarije

0%

Bron: Briefing van het Europees Parlement

 

Er wordt een plan voor het verminderen van de uitstoot vastgesteld voor lidstaten om ervoor te zorgen dat ze de uitstoot in een constant tempo verlagen in de periode van 2021 tot 2030.

Een veiligheidsreserve met een totaal van 105 miljoen ton CO2-equivalent wordt gecreëerd en zal beschikbaar zijn in 2032. Het is bedoeld om minder rijke lidstaten te helpen die mogelijk moeite hebben om hun 2030-doelstellingen te halen. De reserve is alleen toegankelijk als de EU haar streefcijfer van 2030 bereikt.

Er wordt ook enige flexibiliteit toegestaan. De lidstaten kunnen bijvoorbeeld jaarlijks uitstootrechten in reserve houden, lenen of aan een andere lidstaat overdragen.

De leden werken aan plannen om de uitstoot van broeikasgassen in de EU te verlagen ©AP Images/European Union-EP 

Wat stelt het Parlement voor?

Om een voorspelbare langetermijnkoers uit te stippelen, stellen de leden ook een doelstelling voor 2050 voor, namelijk om de uitstoot van broeikasgassen met 80% te verminderen in vergelijking met 2005

De leden willen ook betere ondersteuning bieden aan EU-lidstaten met lagere inkomens als ze vóór 2020 maatregelen hebben genomen, zullen ze tijdens het latere deel van de regeling meer flexibiliteit krijgen.

EU-inspanningen om de broeikasgasuitstoot te verlagen

Er zijn nog twee andere wetgevingsbesluiten die moeten bijdragen aan het nakomen van de toezeggingen van de EU in het kader van het akkoord van Parijs (dit is de uitstoot in de EU met minstens 40% verminderen tegen 2030 in vergelijking met het niveau van 1990 in alle economische sectoren).

• De hervorming van het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) heeft betrekking op uitstoot door de industrie
Landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw (LULUCF).

Meer informatie 

 


Bron: © Europese Unie, [2018]