16/05/2014

Hersteldecreet integratiespoor-RUP's

Back to article overview

In het Belgisch Staatsblad van 12 mei 2014 verscheen het decreet van 25 april 2014 houdende het rechtsherstel van ruimtelijke uitvoeringsplannen waarvan de planmilieueffectrapportage werd opgesteld met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2008 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan. (hierna ‘hersteldecreet’)

Om de doorlooptijd van procedures in te korten schoof de Vlaamse Regering in haar besluit van 18 april 2008 het zogenaamde integratiespoor naar voren, waarin de procedures voor het opstellen van het plan-MER en het RUP in elkaar werden geschoven. Gezien de digitale ontwikkelingen werd de bekendmaking van de inhoudsafbakening van het plan-MER voorzien op de websites van de betrokken besturen. De Raad van State stelde echter bij arrest van 12 augustus 2011 een ongelijkheid vast met het klassieke spoor voor het plan-MER, waarbij de inhoudsafbakening ook bekendgemaakt werd in kranten. Om die reden is de Raad van State van oordeel dat het integratiespoorbesluit onwettig is wegens een schending van het gelijkheidsbeginsel.

Een parlementair initiatief voerde daarop in 2012 een legislatieve validatie door, door te stellen dat de RUP’s wat die vastgestelde schending betreft wel degelijk voldeden. Die oplossing werd echter vernietigd door het Grondwettelijk Hof bij het arrest van 31 juli 2013. Het Hof is immers van oordeel dat een legislatieve validatie niet mogelijk is omdat het niet louter een vormgebrek betreft, maar raakt aan de participatiemogelijkheden van de burger.

Vanwege het groot maatschappelijke belang van de betrokken plannen en de rechtsonzekerheid die door het arrest van het Grondwettelijk Hof is ontstaan, heeft het parlement in het nieuwe hersteldecreet een regeling uitgewerkt die de mogelijkheid biedt om te voorzien in rechtsherstel voor de RUP’s waarvan het plan-MER werd opgesteld met toepassing van het integratiespoor.

Het hersteldecreet treedt in werking op 22 mei 2014.

De te volgen procedure hangt af van de fase waarin het RUP zich bevindt: 

1) Een eerste categorie betreft de RUP’s die nog niet definitief werden vastgesteld.
Voor die RUP’s voorziet hoofdstuk 2 van het decreet in de mogelijkheid tot heropening van de Mer-procedure waardoor de volledig verklaarde kennisgeving in de vorm van het goedgekeurde plan-MER opnieuw in openbaar onderzoek wordt gelegd. Om tijdverlies zoveel mogelijk te beperken, wordt bepaald dat het openbaar onderzoek over de inhoudsafbakening van het plan-MER samenvalt met het openbaar onderzoek en de adviesverlening over het RUP. Na het openbaar onderzoek wordt door de dienst Mer een nieuwe beslissing genomen over het plan-MER, waarna de gewone procedure tot vaststelling van het RUP wordt hernomen volgens de toepasselijke bepalingen van het VCRO.

2) Een tweede categorie van RUP’s betreft de RUP’s die definitief zijn vastgesteld.
Voor die RUP’s bepaalt hoofdstuk 3 van het decreet dat een nieuwe inspraak kan worden georganiseerd over de inhoudsafbakening van het plan-MER op identieke wijze als in de algemene regeling. Na het openbaar onderzoek wordt door de dienst Mer een nieuwe beslissing genomen over het plan-MER.
Indien er tijdens het openbaar onderzoek geen inspraakreacties werden ingediend wordt het RUP van rechtswege geacht volgens het generieke spoor te zijn vastgesteld.

Indien er wel inspraakreacties werden ingediend en/of een bijstelling van het plan-MER noodzakelijk is, wordt een aanvullende raadpleging gehouden. Indien de plannende overheid na deze aanvullende raadpleging oordeelt dat het RUP niet gewijzigd moet worden, stelt deze overheid het RUP definitief vast. Indien wel wijzigingen aan het RUP nodig zijn, zal de procedure tot vaststelling van het RUP worden hernomen.

In afwachting van het doorlopen van de herstelprocedure worden deze tweede categorie van RUP’s tijdelijk geldig verklaard. De voorlopige geldigverklaring is nodig om verdere rechtsonzekerheid voor de eigenaars binnen het plangebied te voorkomen. De voorlopige geldigverklaring is beperkt in de tijd en geldt tijdens de herstelprocedure met een maximumtermijn van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van het decreet.

3) Een derde categorie van RUP’s betreft de RUP’s die door de Raad van State werden vernietigd.
Ook voor de vernietigde RUP’s voorziet hoofdstuk 4 van het hersteldecreet de mogelijkheid tot heropening van de Mer-procedure. De te volgen procedure is verder afhankelijk van de omstandigheid of het RUP al dan niet werd vernietigd omwille van de toepassing van het Integratiespoorbesluit en van de omstandigheid of de gevolgen van de vernietiging zich al dan niet uitstrekken tot de voorlopige vaststelling van het RUP.”

Bron :  Ruimte Vlaanderen