20/05/2014

Grote meerderheid van de Belgen wil dringende aanpak van klimaatverandering

Back to article overview
Vandaag maakt de dienst Klimaatverandering van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu de resultaten bekend van de derde nationale klimaatenquête (na edities in 2005 en 2009). Daaruit blijkt onder meer dat de meeste Belgen klimaatverandering als een probleem zien dat een dringende aanpak vereist, steeds meer gebruik maken van overheidssteun voor energiebesparende maatregelen, te vinden zijn voor een geleidelijke omschakeling naar een koolstofarme economie en maatschappij, en grotere inspanningen van de overheid verwachten om klimaatverandering tegen te gaan.
 

Met deze enquête bij 1500 Belgen wil de dienst Klimaatverandering een beter inzicht krijgen in de kennis en houding van het grote publiek over de klimaatproblematiek, de bereidheid er zelf iets aan te doen en de verwachtingen ten aanzien van het beleid.

Enkele vaststellingen:

  • Het milieu blijft de voornaamste bezorgdheid van een grote meerderheid (75 %), meer nog dan gezondheidsproblemen, onveiligheid, werkloosheid en armoede of sociale uitsluiting.  70% van de respondenten maakt zich zorgen over klimaatverandering.
  • 80% vindt dat klimaatverandering een probleem is dat dringend moet worden aangepakt.  Slechts 8 % denkt dat er geen klimaatverandering is, of dat het om een louter natuurlijk verschijnsel gaat (12%). De grootste inspanningen worden verwacht in de industrie (91%) en het vrachtvervoer (77%), maar ook in het personenvervoer (58%).  Slechts 39 % stelt dat de gezinnen thuis ook hun steentje moeten bijdragen.
  • De Belg schrijft zichzelf een steeds milieuvriendelijker (klimaatsparend) gedrag toe op het vlak van zijn mobiliteit, huishouden, woning en aankopen. Hij slaagt er grotendeels in zijn intenties van 2009 in daden om te zetten.
  • Het gebruik van overheidssteun voor energiebesparende investeringen kent een spectaculaire toename ten opzichte van 2005 en 2009 (met een factor 2 tot 7 naargelang de soort ingreep).
  • Slechts de helft van de Belgen is tevreden (en slechts 5% zeer of uiterst tevreden) over de inspanningen van de overheid om klimaatverandering tegen te gaan. 38% stelt bij de verkiezingen “zeker rekening te zullen houden” met klimaatstandpunten.
  • 56% vindt dat België dringend een langetermijnvisie moet ontwikkelen over de omschakeling naar een koolstofarme maatschappij, waarin volgens 59% de energieopwekking volledig door hernieuwbare bronnen (wind/zon) moet gebeuren; 48% wil daarvoor geen kernenergie of steenkool(slechts 15% wil dat wel).
  • 63% vindt dat Europa een voortrekkersrol op het vlak van het klimaatbeleid moet spelen, zelfs als alle andere landen weinig ondernemen.
  • Op het vlak van het Belgisch klimaatbeleid is een groot aantal respondenten gewonnen voor :
    • een versterking van de coördinerende rol van de federale overheid (51%)
    • een betere samenwerking tussen de verschillende overheden (lokaal, regionaal, federaal) (63%)
    • de vastlegging van doelstellingen, een kader en instrumenten voor het beleid in een klimaatwet (45%)
    • steun voor klimaatvriendelijke producten (73%) / een verbod op klimaatonvriendelijke producten (63%)
  • Maatregelen die een extra financiële inspanning van de burger vragen, kennen relatief weinig bijval. Wél wil een meerderheid (53%) dat de inkomsten van het veilen van emissierechten aangewend worden voor het klimaatbeleid.
  • Het verschuiven van lasten op arbeid naar een taks op de uitstoot van broeikasgassen kent relatief meer voor- dan tegenstanders (37% vs. 30%).
  • 64% wil door de federale overheid over klimaatverandering geïnformeerd worden. Ook andere overheden en de onderwijssector scoren hoog. De burger kent wel goed de impact van menselijke activiteiten met een visueel waarneembare uitstoot op het klimaat, maar dient beter geïnformeerd te worden over de activiteiten met een indirecte of ‘minder zichtbare’ impact (verwarming, elektriciteitsverbruik, voeding).
     

Meer info: www.klimaat.be/publieksenquete

Bron : © 2014 - FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu