06/07/2018

Eerste uitbreiding en toegankelijkheidsregeling van erkend natuurreservaat E-336 "Hengelhoef" te Houthalen-Helchteren

Back to article overview

Op 4 mei 2018 ontving de Minaraad de adviesvraag betreffende de eerste uitbreiding en toegankelijkheidsregeling van erkend natuurreservaat “Hengelhoef” te Houthalen-Helchteren en Genk. 

De Minaraad stelt dat in de Raad werd beslist om over dergelijke dossiers geen advies uit te brengen, in lijn met het unaniem advies van de Minaraad 2012|77 van 25 oktober 2012, naar aanleiding van de evaluatie van de instrumenten van natuur- en bosbeleid in functie van instandhoudingsdoelstellingen (par. 49, alinea 2). 

De partners in de Minaraad wensen hierbij evenwel volgende bemerkingen naar voor te brengen.

Landelijk Vlaanderen

Landelijk Vlaanderen stelt dat door het wijzigingsdecreet van 2014 er bij alle nieuwe erkenningen van reservaten of uitbreidingen sinds 2014 geen visiegebieden nog kunnen afgebakend worden en geen uitbreidingszones met voorkooprecht nog kunnen bepaald worden en dus ook niet voor dit reservaat. 

Landelijk Vlaanderen wijst op het feit dat het wijzigingsdecreet van 2014 in artikel 106 §2 tweede lid bepaalt dat in de drie jaar na de inwerkingtreding van artikel 88 de uitbreidingszones van bestaande erkende reservaten herafgebakend moeten worden en zo vastgesteld zijn door de VR.  Artikel 106 is in werking getreden in 2014 en die bevestiging moest dan in 2017 van kracht zijn. Door de afwezigheid ervan zijn de geldigheid van de uitbreidingszone en de rechtsgevolgen ervan voor dit reservaat niet bevestigd.

Boerenbond

Boerenbond onderschrijft de opmerkingen van Landelijk Vlaanderen.

Natuurpunt

Natuurpunt stelt deze behandelde aanvraag tot erkenning als natuurreservaat werd ingediend volgens de wetgeving van het 'Natuurdecreet' (1997). Het dossier dient dan ook volgens die wetgeving afgehandeld te worden.

Hubertus Vereniging Vlaanderen

Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) wenst op te merken dat onvoldoende aandacht wordt geschonken aan het afstemmen van het beheer in het natuurreservaat en de omliggende beheervormen. Jacht is daar één vorm van. Bijna alle Wildbeheereenheden (WBE’s) in Vlaanderen maakten een Uitgebreid Wildbeheerplan (UWBP) op (nu een faunabeheerplan), waarin monitoring en doordachte analyse een evenwichtig beheer onderbouwen. Elk van deze plannen werd erkend door de overheid en is ter beschikking bij de WBE en de provinciale afdelingen van het ANB. In het voorliggende uitbreidingsdossier wordt geen aandacht geschonken aan dit beheerplan, waardoor men een deel van de cruciale informatie voor een evenwichtig beheer in het reservaat, maar zeker ook naar de interactie met de omgeving mist. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de monitoring van de faunasoorten, wetende dat de percelen reeds jaren bejaagd worden.

Wij stellen vast dat in het dossier wordt aangegeven dat jacht niet wordt uitgevoerd, hoewel dit gebied volledig staat opgenomen in een goedgekeurd jachtplan (2017-2018). De houder van het jachtrecht bevestigt daarbij dat er een schriftelijke jachtpachtovereenkomst bestaat. Geen beheer door jacht uitwerken, laat staan afwijkingen op het natuurdecreet (doden van dieren) meenemen is niet correct en een flagrante schending van de overeenkomst. Daarenboven is het gebied gelegen tussen grotere natuurkernen waar nu reeds everzwijnen voorkomen en in de ruime omgeving voor schade zorgen. Zo sterk zelfs dat het ANB (o.a. in het kader van de doelstellingen in faunabeheerzone 9) reeds besliste om in hun eigendommen een verpachting van het jachtrecht te doen.

HVV pleit er in deze voor om in dit dossier niet over te gaan tot erkenning alvorens er een herziening gebeurde die minimaal rekening houdt met de bestaande overeenkomsten, sowieso een visie op wildbeheer meeneemt en minimaal het ‘Limburgs’ probleem van het everzwijn proactief (hoewel de schade hier reeds optreedt) aanpakt.