28/03/2017

Vlaamse voedingsindustrie produceert meer met minder milieu-impact

Back to article overview

Uit de Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) blijkt dat de voedingssector op milieuvlak een positieve evolutie laat optekenen. Ondanks een productiestijging van 30% tussen 2005 en 2014 realiseerde de sector op alle onderzochte indicatoren duidelijke eco-efficiëntieverbeteringen. Vooral de daling van het watergebruik met 14% is voor de sector van groot belang.

De Milieuanalyse werd al voor de vierde maal gemaakt in het kader van de samenwerking tussen de milieuoverheid (departement LNE) en de sectororganisaties van de voedingsnijverheid (FEVIA Vlaanderen en UNIZO). De Integrale Milieuanalyse Voedingsnijverheid brengt de sector gedetailleerd in kaart. Het energie- en waterverbruik, de emissies van een aantal stoffen naar de lucht, de lozingen van een aantal stoffen in het water en de productie van afval en materialen, werden geanalyseerd.

14% minder water verbruikt ondanks gestegen productie

De voedingssector is de grootste industriële sector in Vlaanderen. Het gaat voornamelijk om bedrijven die voedingsmiddelen en dranken vervaardigen. In 2014 bedroeg de omzet 38,1 miljard euro. Ook al nam de productie van de sector de afgelopen jaren fors toe, op milieuvlak zien we bij de meeste milieu-indicatoren een daling in het verbruik of de emissies. Voor energie en afval is er weliswaar geen daling in absolute waarden maar wel relatief, ten opzichte van de toegenomen productie.

De voedingsnijverheid gebruikte in 2013 14% minder water dan in 2005. In 2013 haalde ze ongeveer 37% van haar totale watergebruik uit grondwater, 31% uit drinkwater, 14% uit oppervlaktewater, 6% uit ander water (vb. uit de grondstoffen) en 3% uit hemelwater en dit voor diverse toepassingen. Ten slotte werd 9% van het water dat de sector opneemt, gebruikt als koelwater.

Eco-efficiëntieverbetering qua energieverbruik en afval

In 2014 nam de voedingsnijverheid 11% van het industrieel energieverbruik voor haar rekening. Tussen 2005 en 2014 betekende dat een stijging met 14%, weliswaar met de bemerking dat de plotse stijging van het energieverbruik in de voedingsindustrie tussen 2009 en 2010 in hoofdzaak te verklaren is door een gewijzigde berekeningsmethode van het aardgasverbruik. Wanneer we het energieverbruik per productie-eenheid bekijken, blijkt dat de sector een eco-efficiëntieverbetering van 14% realiseerde tussen 2005 en 2014. Zesentwintig voedingsbedrijven hadden in 2014 een warmtekrachtinstallatie. Vijftien bedrijven beschikten in 2014 over een biogasinstallatie voor de productie van groene stroom.

In 2014 produceerde de voedingsnijverheid 1,74 miljoen ton bedrijfsafval. 17% meer dan in 2004. In 2014 was 54% van het afval van de sector van dierlijke of plantaardige oorsprong.  De sector tracht een zo groot mogelijk deel van deze afvalstromen in te zetten in de circulaire economie. De sector stond in 2014 in voor 17,5% van het totaal aan industrieel afval.

Emissies en lozingen

In 2014 emitteerde de voedingsnijverheid 1,6 miljoen ton CO2, dat is 7% van wat de industrie verspreidde. In absolute cijfers stootte de voedingsnijverheid in 2014 3% meer CO2 uit ten opzichte van 2005. Rekening houdend met de productiestijging van 30% tussen 2005 en 2014 slaagde de voedingsnijverheid er in diezelfde periode in om haar broeikasgasemissie per productie-eenheid met 22% te verlagen.

De uitstoot van fijn stof door de voedingsnijverheid nam met 30% af tussen 2005 en 2014. Verder was er ook een sterke daling van de emissies in de lucht van verzurende stoffen zoals zwaveldioxide en stikstofoxide en van zware metalen. Wat industriële lozingen in het water betreft, was er een sterke daling voor stikstof, fosfor, zware metalen, biochemisch zuurstofverbruik (BZV) en chemisch zuurstofverbruik (CZV).

Afsluiten en kansen voor nieuwe samenwerkingsverbanden

De succesvolle samenwerking sinds 2002 tussen de milieuoverheid (departement LNE) en de voedingssector (FEVIA Vlaanderen en UNIZO) wordt vandaag officieel afgesloten. Het nieuwe instrument Groene Economie Convenant of Green Deal van minister Schauvliege biedt echter nieuwe kansen tot gerichte samenwerking met de voedingssector en een verdere vergroening van de economie. De eerste Green Deal die gedeelde mobiliteit wil stimuleren, werd op maandag 27 maart ondertekend.

Meer informatie: 

Integrale Milieuanalyse Voedingsnijverheid 2017

Bron: Departement LNE, Vlaamse Overheid