10/05/2013

Onderzoek brengt geluidsniveaus in bioscopen in kaart

cinema
Back to article overview

Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege liet in vijf digitale bioscopen in Vlaanderen een studie uitvoeren om er de geluidsniveaus in kaart te brengen. Naast het voorprogramma met filmtrailers en reclameboodschappen, werden telkens twee dezelfde films gemeten: de kinderfilm Ice Age 4 Continental Drift en de actiefilm The Expendables 2. Uit het onderzoek blijkt dat de gemiddelde waarden vrij laag zijn en zeker niet problematisch. Toch ervaren nogal wat bioscoopbezoekers het geluidsniveau bij piekmomenten als te hoog.

Bij het debat over de geluidsnormen voor muziekactiviteiten ontving minister Schauvliege ook heel wat vragen en bedenkingen over het geluid in bioscopen. Ook in het Vlaams Parlement werden er vragen over gesteld. De geluidsnormen die sinds 1 januari 2013 van kracht zijn in Vlaanderen voor muziekactiviteiten, gelden niet voor bioscopen. Een film kan niet als een muziekactiviteit beschouwd worden. Het gaat om een heel andere auditieve ervaring, met een zeer grote geluidsdynamiek, waarbij zowel stille momenten als kortdurende hoge pieken voorkomen. Voor bioscopen geldt momenteel het KB van 1977 dat een maximum oplegt van 90 dB(A)LAslow,max enkel voor de stukjes muziek in de film. In 2011 nodigde minister Schauvliege de bioscoopsector uit voor een eerste overleg.

Akoestisch onderzoek

Vorig jaar werd op vraag van minister Schauvliege en in nauw overleg met de sector een akoestisch onderzoek uitgevoerd in vijf zalen van diverse grootte, waaronder zowel zalen van multiplexen, een familiebioscoop als een arthouse: Cinema Albert in Dendermonde, Siniscoop in Sint-Niklaas, Kinepolis in Antwerpen, Kunstencentrum Buda in Kortrijk en Utopolis in Turnhout. De geluidsdrukniveaus werden op verschillende plaatsen in de zalen gemeten. Er werden waarden geregistreerd tussen 68 en 76 dB(A) als gemiddelde geluidsniveau over de hele film Ice Age 4, en waarden tussen 74 en 85 dB(A) voor de actiefilm. De geluidsniveaus tijdens het voorprogramma (reclame en trailers) zijn over het algemeen lager: tussen 70 en 77 dB(A) voor de trailers en tussen 68 en 78 dB(A) voor de reclameclips.

De maximale waarden tijdens de kinderfilm schommelen tussen 82 en 90 dB(A) LAslow,max of tussen 98 en 113 dB(C) LCpeak.  Bij de actiefilm variëren de maximale waarden tussen 86 en 99 dB(A) LAslow,max of tussen 107 en 121 dB(C) LCpeak. De gemeten piekwaarden voorzowel trailers als reclameblokken liggen duidelijk onder de gemeten waarden voor de films. LCpeak is het niveau van de absolute piek van de geluidsdruk, zonder enige uitmiddeling en gemeten met een C-weging. Deze meetgrootheid verschilt fundamenteel van het klassiek gemeten LASlow,max (A-gewogen, met trage integratietijd gemeten maximum geluidsniveau).

Werking van een digitale bioscoop

De digitale dragers waarop films worden aangeleverd, zijn versleuteld. De evolutie van het geluid tijdens de film kan bijgevolg door de bioscoopuitbater pas bij de première bepaald worden. De beheersing van de geluidsniveaus in cinemazalen is daardoor bijzonder complex.  Je kan niet zomaar de volumeknop zachter zetten, want dan worden alle filmfragmenten op een lager niveau afgespeeld, ook de passages die sowieso al stiller zijn (zoals bijvoorbeeld dialogen). Dat kan de verstaanbaarheid van deze stillere scènes in het gedrang brengen.

De bioscoopuitbaters in Vlaanderen spelen de films vandaag al af op een lagere hoofdvolumeregeling dan de referentiewaarde die door internationale filmproducenten en regisseurs wordt meegegeven. Toch blijkt uit het akoestisch onderzoek dat het geluidsniveau van eenzelfde film op dezelfde zitplaats gemeten in verschillende bioscopen tot 7 dB(A) kan verschillen.

Akoestiek en spreiding van het geluid

De studie toont voorts aan dat er geen verschil is wanneer een film gespeeld wordt voor een volle of een lege zaal. Bioscoopzalen zijn akoestisch zeer goed ingericht met tapijt, dempende muurbekleding en akoestisch zachte zetels. Daardoor is er weinig reflectie of (na)galm. Het geluidsniveau blijkt wel afhankelijk te zijn van de plaats in de zaal. Over het algemeen is het luider op de voorste rij dan in het midden of achteraan de zaal. Het verschil kan tot 6 dB(A) bedragen.

Vervolgtraject

Vlaams minister Joke Schauvliege: “De geluidsniveaus, het geluidssysteem en de omgeving van een bioscoop verschillen van een muziekactiviteit. In overleg met de bioscoopsector gaan we nu een geluidzorgsysteem uitwerken. Bijzondere aandacht zal gaan naar de kinderfilms. Het gehoor van kinderen is gevoeliger voor de blootstelling aan geluid. Het lijkt daarom gepast om voor kinderfilms een lager geluidsniveau te hanteren. De streefdatum voor het in voege treden van een regeling voor de bioscoopsector is begin 2014”.

De sector is blij dat er in samenspraak werk zal gemaakt worden van maatregelen rond geluidsniveaus”, zegt Thierry Laermans van de Federatie van Cinema’s van België (FCB). “Dit zal zorgen voor een nog aangenamere filmbeleving.”

Bron : Persbericht Joke Schauvliege, Vlaams minister van leefmilieu, natuur en cultuur

_____________________

Extra info  :

De onderzoeksopdracht 'Akoestisch onderzoek in bioscopen' werd op woensdag 8 mei 2013 door Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege voorgesteld tijdens een persmoment in Utopolis Mechelen.  De integrale studie, overzichtsnota en samenvatting, en een lijst met vragen en antwoorden kan u hier downloaden.

 

Download de overzichtsnota en samenvatting.

Download de volledige studie, en de bijlagen.

Download de Q&A (Vragen en Antwoorden).