13/02/2020

MAP 6 zorgt voor juridisch vacuüm rond seizoenspacht

Back to article overview

 

Het verstrengde mestbeleid dat sinds het voorjaar van 2019 in voege is, botst met de pachtwetgeving. Voor cultuurcontracten, beter gekend onder de naam seizoenspachten, komen landbouwers in een juridisch vacuüm terecht wanneer degene die de verantwoordelijkheid draagt voor de bemesting niet dezelfde persoon is als degene die de teelt verbouwt. “De Vlaamse landbouwadministratie en de leefmilieuadministratie onderzoeken op dit ogenblik een aantal pistes om uit de impasse te geraken”, klinkt het.

In de pachtwet zijn regels rond cultuurcontracten opgenomen. Die moeten landbouwers toelaten om onderling grond te ruilen voor een periode van minder dan een jaar. Voor sommige teelten geeft dit landbouwers in het kader van teeltrotatie extra mogelijkheden. Vooral in de aardappel-, groente- en vlassector is het een veelgebruikte praktijk. Bij aardappelen bijvoorbeeld is het door ziektedruk aangewezen om op hetzelfde perceel pas om de drie jaar aardappelen te telen. Telers sluiten daarom met collega-landbouwers die geen aardappelen telen, een cultuurcontract af om eenmalig de gronden van de collega-landbouwer te gebruiken voor de teelt van aardappelen.

Tot voor kort was het mogelijk om dit administratief perfect te regelen in het kader van de mestbankaangifte en de eenmalige perceelsregistratie en kon er een onderscheid gemaakt worden tussen degene die verantwoordelijk was voor de bemesting en degene die de teelt verbouwt. Maar in het kader van MAP 6 is dit voortaan niet meer mogelijk voor gronden in gebiedstypes 2 en 3, waar strengere bemestingsnormen gelden. In totaal gaat het om zo’n 40 procent van de Vlaamse landbouwgronden. Wanneer de verantwoordelijk voor de bemesting niet dezelfde persoon is als degene die de teelt verbouwt, wordt men geconfronteerd met een nulbemesting.

Het was CD&V-parlementslid Bart Dochy die in de Commissie Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van het Vlaams Parlement die het probleem aan Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V) signaleerde, nadat hij eerder Minister van Omgeving en Natuur Zuhal Demir (N-VA) daarvan op de hoogte bracht. Minister Crevits zei op de hoogte te zijn van dit probleem. “Verschillende landbouwers hebben me inderdaad gewezen op de beperkingen die zij ervaren sinds de inwerkingtreding van MAP 6”, stelt ze.

In dat kader wijst de minister op het feit dat deze cultuurcontracten of seizoenspachten een vorm van tijdelijke grondgebruiksoverdracht tussen twee landbouwers zijn. “Om die reden zijn ze vandaag niet onderworpen aan de bepalingen van de pachtwet. Langdurige grondoverdracht is wel strikt geregeld en vormt de basis van de pachtwet. Cultuurcontracten voor een bepaalde teelt moeten dus een strikte uitzondering vormen”, benadrukt Crevits.

In de pachtwet staat ook duidelijk vermeld dat cultuurcontracten pas ingaan nadat de verhurende exploitant de voorbereidende en bemestingswerkzaamheden op het perceel heeft uitgevoerd. “Met die voorwaarde wilde de decreetgever verhinderen dat grondeigenaars die de grond niet zelf exploiteren, ook jaar na jaar cultuurcontracten zouden kunnen sluiten”, verduidelijkt de minister.

Ze wijst erop dat de hoogste nitraatresidu’s gemeten worden op percelen onder cultuurcontract. “Dit gegeven lag aan de basis van de beslissing van dit parlement om beperkingen in te stellen voor die percelen. Maar ik begrijp ten volle dat dit voor de betrokken landbouwers een impact heeft op de manier van werken die ze de voorbije jaren gewoon waren en dat dit tot vervelende consequenties aanleiding kan geven”, klinkt het.

Daarom heeft Hilde Crevits met haar collega Zuhal Demir afgesproken om hun administraties de opdracht te geven uit te zoeken hoe voor rechtszekerheid kan gezocht worden voor eigenaar, pachter en huurder. “Op het ogenblik worden een aantal pistes onderzocht, maar een oplossing is nog niet voorhanden. Er is een reden waarom die bepaling er in MAP 6 is gekomen, maar de consequenties zorgen wel voor heel wat onzekerheid. Ik hoop dan ook dat we daar zo snel mogelijk een oplossing voor vinden”, antwoordde de landbouwminister aan Bart Dochy, die aanmaande tot spoed aangezien landbouwers op dit moment volop bezig zijn met de opmaak van hun teeltplannen.

 

Bron: 2020 VILT vzw, Alle rechten voorbehouden.