20/05/2019

Laatste kans voor financiële tussenkomst bij sanering tankstation

Back to article overview

Vlaanderen telt naar schatting achtduizend (voormalige) tankstations. Door lekkende benzine of diesel zijn de gronden waarop die tankstations staan of stonden vaak vervuild. Omdat heel wat uitbaters van tankstations de kostprijs van een bodemsanering niet kunnen dragen, ging de OVAM op zoek naar een alternatieve financiering. We gingen met de petroleumsector rond de tafel zitten en uit dat overleg is in 2004 het bodemsaneringsfonds BOFAS geboren. Vandaag, vijftien jaar later, mogen we BOFAS een succesverhaal noemen.

Vervuiler betaalt

Het fonds werd in het verleden voor 50 procent gefinancierd door de petroleumsector. De andere helft was afkomstig van de consument: bij elke tankbeurt vloeiden er enkele eurocenten naar BOFAS, volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Jaarlijks beschikte BOFAS zo over ongeveer 35 miljoen euro aan inkomsten. Met dat geld financierde het fonds de sanering van verontreinigde tankstations. Sinds 1 januari 2018 worden er geen bijdragen meer geïnd, aangezien BOFAS over voldoende middelen beschikt voor de resterende saneringen van verontreinigde tankstations.

Tot 2008 konden alle eigenaars van een terrein waar ooit een tankstation heeft gestaan een dossier indienen om hun grond door BOFAS te laten saneren. BOFAS neemt die kosten integraal op zich. Ook uitbaters die hun tankstation verder blijven runnen, konden een beroep doen op het fonds. Zij krijgen tot 62.000 euro van de saneringskosten terug. Wel moeten ze de sanering zelf laten uitvoeren. Op die manier kan de uitbater de sanering koppelen aan de vernieuwing van zijn tankstation. Door zelf voor een deel van de kosten op te draaien, ondervindt de uitbater bovendien aan den lijve hoe belangrijk het is om zorgvuldig om te springen met zijn grond. Hij blijft ook in de toekomst immers verantwoordelijk voor een zuivere bodem op zijn terrein.

Gewesten werken samen

In de beginjaren pakte BOFAS uit met een grootscheepse mediacampagne op televisie, in kranten en via gerichte mailings om exploitanten van tankstations te wijzen op de mogelijkheid om hun site door BOFAS te laten saneren. De respons was groot. Veel kleine uitbaters die tot dan toe terugdeinsden voor de torenhoge kosten van een sanering, klopten bij BOFAS aan. In totaal kreeg BOFAS 2344 dossiers binnen van verontreinigde tankstations in het Vlaams Gewest.

Maar BOFAS is niet enkel in Vlaanderen actief. Het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de federale staat werken samen aan een propere bodem onder alle tankstations in België. BOFAS voert in de drie gewesten saneringen uit en geeft advies over de uit te voeren werken of saneringstechnieken. In totaal zijn er 3786 dossiers ingediend bij BOFAS voor mogelijke tussenkomst. In 2005 begon BOFAS met het saneren van de meest vervuilde sites. Dit jaar ligt de klemtoon op het afronden van de projecten.

Extra aanmeldingsperiode

BOFAS is een succesverhaal, daar is iedereen het over eens. De saneringen zitten op schema en zullen binnen de vooropgestelde deadline en het vastgelegde budget afgerond zijn. In de praktijk bleek echter dat voor een aantal potentiële dossiers geen tijdige of volledige aanvraag voor tussenkomst werd ingediend. Inmiddels werd een nieuw samenwerkingsakkoord afgesloten voor locaties met een tankstation of voormalig tankstation die geen tijdige of volledige aanvraag indienden. Op 8 mei is een nieuwe aanvraagtermijn van zes maanden gestart. Tijdens die periode kunnen voor de laatste keer dossiers tot (gedeeltelijke) terugbetaling of sanering bij BOFAS ingediend worden.

Meer info

via e-mail info@bofas.be
of telefonisch tijdens de kantooruren (02 788 29 00).
 
 
Bron: De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij, Vlaamse Overheid