05/04/2019

Evaluatie eerste energiearmoedeprogramma is positief

Back to article overview

Het Vlaamse Energiearmoedeprogramma is bijna volledig uitgevoerd. Dat blijkt uit het evaluatierapport dat vandaag op de Vlaamse regering is besproken. Het rapport bevat tegelijk aanbevelingen voor de toekomst. Vlaams minister van Energie Lydia Peeters: “Deze Vlaamse regering heeft als eerste het thema energiearmoede hoog op de agenda geplaatst. Samen met onder meer de armoedeverenigingen hebben wij een concreet actieplan uitgewerkt én uitgevoerd. Dit evaluatierapport leert ons wat zeer goed gewerkt heeft en wat er in de toekomst nog extra kan worden gedaan.”

In het Regeerakkoord en de Beleidsnota 2014-2019 beloofde de Vlaamse regering voor het eerst werk te maken van de strijd tegen energiearmoede. Samen met 29 stakeholders - distributienetbeheerders, leveranciers en armoedeverenigingen - werkte het Vlaams Energieagentschap (VEA) een Actieplan Energiearmoede uit dat in maart 2016 definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het Actieplan omvat 34 actiepunten die focussen op de bescherming tegen afsluiting enerzijds en energiebesparende maatregelen voor de kwetsbare doelgroep anderzijds.

Van de 34 actiepunten zijn er 26 al tot een goed einde gebracht. De overige actiepunten vallen ofwel onder een gedeelde bevoegdheid met de federale overheid, of zullen worden herdacht in een werkgroep rond de sociale openbare dienstverplichtingen.

Vlaams minister van Energie Lydia Peeters: “Het overgrote deel van de actiepunten is uitgevoerd door deze Vlaamse regering; enkele andere actiepunten zijn voorbereid maar worden uitgewerkt tijdens de volgende legislatuur.”

Beschermde afname en rationeel energiegebruik

Tot de verwezenlijkingen behoort bijvoorbeeld het vastleggen van de periode op 5 maanden tijdens dewelke de minimale levering van aardgas wordt toegepast en het invoeren van de burenpremie om collectieve wijkrenovaties te promoten.

Verder werden de renteloze energieleningen hervormd: het leenbedrag is verhoogd, de doelgroep uitgebreid en de aflossingstermijn verlengd in de tijd. Daarnaast werd de doelgroep voor de energiescans en de sociale isolatieprojecten op de private huurmarkt uitgebreid. Het maximale huurbedrag om hiervoor in aanmerking te komen is verhoogd naar 500 euro of 550 euro in de centrumsteden.

De energiescans kregen deels een nieuwe invulling: zo focust de opvolgscan type 2 zich nu ook op het overstappen naar een goedkopere energieleverancier. Daarnaast is het gratis pakket energiebesparende middelen waaruit cliënten bij een energiescan kunnen kiezen, uitgebreid. Tot nu toe bestond het pakket uit een waterbesparende douchekop en
radiator- of buisfolie. Daar komt nu ook de woonmeter bij: deze thermo-hygrometer geeft kwetsbare gezinnen op een eenvoudige manier inzicht in hun energieverbruik en leert hen correct te verwarmen en te verluchten.

Het voorbije jaar werd ook een call gelanceerd voor energieconsulentenprojecten energiearmoede 2019-2021. Vijf projecten zijn geselecteerd.

Rollend renovatiefonds

Een belangrijke realisatie, die in de laatste rechte lijn zit, is het Noodkoopfonds. Het gaat om een rollend fonds voor renovatieleningen. Kopers die niet in aanmerking komen voor een sociale huurwoning en noodgedwongen een energetisch minder kwalitatieve woning hebben gekocht, kunnen via het OCMW een renovatielening met uitgestelde terugbetaling krijgen. De Vlaamse regering wacht nu nog het advies af van de Raad van State. Als dit positief is, wordt dit najaar nog een eerste call gelanceerd voor geïnteresseerde OCMW’s, goed voor een budget van 15,5 miljoen euro of 620 leningen.

“Het rollend renovatiefonds voor noodkopers komt er echt op vraag van het terrein. De renovatielening kan gecombineerd worden met de renteloze energielening én de bestaande energiepremies. Voor kwetsbare gezinnen gaat het om een substantiële ondersteuning die bijdraagt aan de verbetering van hun wooncomfort, de opwaardering van hun woning en de verlaging van hun energiefactuur”, zegt Vlaams minister van Energie Lydia Peeters.

Grootschalige evaluatie

In de eerste helft van 2018 werd op vraag van toenmalig Vlaams minister van Energie Bart Tommelein een brede stakeholdersbevraging georganiseerd om het bestaande actieplan te evalueren. Die bevraging leidde vlak voor de zomer van 2018 tot een plenair overleg en in het najaar tot een lijst van 180 aanbevelingen voor de toekomst.

De meeste aanbevelingen gaan over de hoogte van de premies, de harmonisering van de doelgroepen, en de inzet op preventie en heldere communicatie op maat van de doelgroepen. Opvallend is ook de vraag om met de uitrol van de digitale budgetmeter de sociale openbare dienstverplichtingen volledig te hertekenen.

Werkgroep sociale openbare dienstverplichtingen

Sociale openbare dienstverplichtingen regelen de omgang met wanbetalers. Het gaat om de voorwaarden voordat iemand mag worden afgesloten van stroom of gas, zoals leesbare facturen, herinneringen en ingebrekestellingen en het aanbieden van afbetalingsmogelijkheden. De sociale openbare dienstverplichtingen zijn geleidelijk via allerlei aanpassingen aan het Energiebesluit ontstaan.

Met de komst van de digitale budgetmeter vragen de stakeholders uitdrukkelijk om het bord af te vegen en het volledige pakket van sociale openbare dienstverplichtingen te hertekenen.

Vlaams minister van Energie Lydia Peeters: “Het Energiearmoedeprogramma is ontstaan door alle stakeholders rond de tafel te brengen. De komst van de digitale budgetmeter grijpen wij aan om opnieuw met de stakeholders - inclusief met input van de doelgroep zelf - rond de tafel te zitten en de sociale openbare dienstverplichtingen in hun geheel te herbekijken. We moeten dit momentum aangrijpen om de schuldopbouw bij kwetsbare gezinnen tegen te gaan.”

De werkgroep komt vrijdag 5 april een eerste keer samen en zal dat maandelijks doen - over de verkiezingen heen - tot december 2020. Daarna is er een jaar de tijd voor politieke besprekingen, opvragen van adviezen,... zodat het nieuwe besluit in werking kan treden op 1 januari 2022. Tegen dan moet ook de uitrol van de digitale budgetmeter zijn afgerond en kan iedereen verder.

“Het eerste Energiearmoedeprogramma heeft de energiearmoede niet doen verdwijnen, maar het probleem wel in kaart gebracht en een begin van oplossingen aangereikt. Tegelijk beseffen wij dat energiearmoede deel uitmaakt van een breder armoedeprobleem dat met de hele Vlaamse regering moet worden aangepakt”, besluit Lydia Peeters.

Powerpoint Energie Armoedeprogramma.pdf

 

Bron: ©2019 Lydia Peeters - Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie