Mensen die in een buurt met sterke luchtverontreiniging wonen klagen meer over depressieve gevoelens.
In Europese landen die een grote nadruk leggen op een duurzaam milieubeleid, is de impact van luchtverontreiniging op het psychisch welbevinden zelfs zeer uitgesproken. In landen waar een duurzaam milieubeleid geen prioriteit is, maakt de verontreiniging in de buurt minder uit. Daar is er sowieso weinig vertrouwen in de slagkracht van de overheid om daadwerkelijk op te treden en is de mentale gezondheid van de bevolking in het algemeen er slecht aan toe.
Dit zorgt voor een paradox.
Het onderzoek maakt duidelijk dat het voeren van een duurzaam beleid de bevolking gevoeliger maakt voor problemen van duurzaamheid en milieuvriendelijkheid. Mensen worden zich bewust van wat een kwaliteitsvolle leefomgeving kan betekenen voor hun levenskwaliteit en dit wordt een belangrijk aspect van hun psychisch welbevinden.
Figuur: De psychische gevolgen van leven met luchtverontreiniging en het milieubeleid van de overheid
Voor dit onderzoek, een samenwerking tussen de vakgroep sociologie van de Universiteit Gent met een Britse universiteit, werden in 2011-2012 ruim 25.000 personen uit 216 regio’s in 20 Europese landen ondervraagd. Het onderzoek is deze week verschenen in het tijdschrift Health & Place.
Het onderzoek in praktijk
Het onderzoek maakt een onderscheid tussen verschillende Europese landen en regio’s op basis van de manier waarop ze al dan niet een duurzaam milieubeleid voeren.
Het psychische welbevinden van alle deelnemers werd in kaart gebracht. Ook werd gevraagd in welke mate ze te maken hadden met verontreinigde lucht in de buurt waar ze wonen. Deze gegevens, uit de European Quality of Life Survey (EQLS) uit 2011-2012, werden in verband gebracht met informatie over de regionale luchtkwaliteit (SO2) verkregen bij het Europese Milieuagentschap. Vervolgens werd nagegaan hoeveel vertrouwen ze hebben in het overheidsbeleid, hun scholingsgraad, of ze het financieel moeilijk hebben en of ze in een verstedelijkte omgeving wonen.
Het onderzoek hield rekening met een reeks factoren die ook samenhangen met het voeren van een duurzaam beleid en het leven in buurten met sterkte luchtverontreiniging. Zo weten we dat hooggeschoolden en zij die er financieel beter voorstaan doorgaans in ‘propere’ buurten wonen en regio’s met een kleinere graad van verontreiniging. Ook is het zo dat staten die een weinig duurzaam beleid voeren doorgaans op meer wantrouwen bij de bevolking kunnen rekenen. Van beide factoren, sociale achterstelling en verhoogd wantrouwen, is geweten dat ze nefast zijn voor de geestelijke volksgezondheid.
Bron: © 2019 Universiteit Gent